fbpx
Ga naar content

Arbitrale procedure vanwege nalatige aannemer

Hans en Wilma hebben een nieuwbouwwoning gekocht. De woning is opgeleverd en na 2 maanden ontstaan er lichte scheuren in een muur in de woonkamer. Zij vermoeden dat de aannemer een constructiefout heeft gemaakt.

Zij zijn van mening dat de muur onvoldoende steun vindt op de fundering. Een bouwkundig expert bevestigt hun mening, maar de aannemer is het er niet mee eens. Hij heeft schriftelijk aangegeven dat hij niet van plan is de schade te herstellen.

Hans en Wilma willen het geschil voorleggen aan de bevoegde arbiter. Zij raadplegen het geschillenreglement, die van de site van het Arbitrage Instituut (AIG) is te downloaden. Op hun overeenkomst met de aannemer is namelijk de GIW Garantie- en waarborgregeling van toepassing verklaard. Het AIG is in de overeenkomst bevoegd verklaard om over dergelijke geschillen te oordelen.

Hoewel het om een constructiefout gaat is er geen spoed geboden. Op den duur zal de constructie aangepast dienen te worden, maar het gebrek is niet dusdanig ernstig dat er direct gehandeld dient te worden. Een spoedarbitrage of het verzoeken om een voorlopige voorziening is in dit geval niet nodig.

Hans en Wilma downloaden het modelformulier dat op hun geschil van toepassing is en sturen deze op naar het AIG. Op dat moment is de zaak aanhangig gemaakt. Om na te gaan welke vordering zij het beste kunnen instellen hebben zij een in bouwrecht gespecialiseerde advocaat om advies gevraagd.

De aannemer wordt nu in de gelegenheid gesteld om schriftelijk op het verzoekschrift te reageren. Hier krijgt hij enkele weken de tijd voor. De aannemer stelt in zijn reactie dat Hans en Wilma ten onrechte 5 % van de aanneemsom in depot houden. Hij vordert dat zij ook de laatste 5% aan hem moeten voldoen. Hierop mogen Hans en Wilma ook schriftelijk reageren, wat enkele weken kan duren.

Nu de standpunten duidelijk uiteen zijn gezet voor de arbiter, besluit de directeur van het AIG zelf een bouwkundig adviseur in te schakelen. Er volgt een inspectie bij de woning van Hans en Wilma. Alle partijen mogen daarbij aanwezig zijn en na afloop stelt de deskundige een rapport op.

Zowel de aannemer als Hans en Wilma mogen binnen een bepaalde termijn reageren op het rapport van de deskundige. De deskundige volgt de visie van Hans en Wilma en is van mening dat er inderdaad een constructiefout is gemaakt.

Na het opmaken van het rapport wordt er een scheidsgerecht benoemd, bestaande uit één arbiter (in bijzondere gevallen kunnen dit er ook 3 zijn). Beide partijen worden door het gerecht uitgenodigd voor een mondelinge behandeling. Tijdens deze behandeling mogen krijgen partijen de gelegenheid hun standpunt nader toe te lichten. De arbiter kan ook vragen stellen aan de partijen en aan de deskundige.

Ondanks dat de deskundige achter het standpunt van Hans en Wilma staat, wil de aannemer niet tot een schikking over gaan. De arbiter zal dus een uitspraak dienen te doen. Deze uitspraak wordt vastgelegd in een arbitraal vonnis. Het vonnis wordt aan partijen toegestuurd en gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank.

Gelukkig voor Hans en Wilma heeft de arbiter het oordeel van de door hem aangestelde deskundige gevolgd en moet de aannemer het probleem oplossen. De hele procedure heeft vanaf het aanhangig maken van het geschil ongeveer 9 maanden geduurd.

Op zoek naar een mediator?

We hebben een handige vergelijker ontwikkeld die gebruikt kan worden om een geschikte mediator te vinden voor o.a. hulp bij scheiding.

Vind uw mediator
Terug naar boven