fbpx
Ga naar content

Aangetekende brief niet altijd sluitend bewijs

Als er tussen partijen een juridisch conflict dreigt of als u gewoon zeker wilt weten dat een brief aankomst bij de geadresseerde, wordt er nogal eens voor gekozen om een brief aangetekend te versturen. Daarmee, zo is de gedachte, zou dan in een eventuele procedure bewezen kunnen worden dat deze brief door de andere partij ontvangen is. Maar is dat eigenlijk wel zo?

Ontvangsttheorie

Volgens de wet moet een verklaring of brief die gericht is aan een andere persoon, die persoon bereikt hebben om juridisch effect te hebben. Maar ook een verklaring of brief die de geadresseerde niet bereikt vanwege een omstandigheid die, kort samengevat, voor zijn rekening komt, heeft juridisch effect. Deze regels worden ook wel ‘de ontvangsttheorie’ genoemd.

Een voorbeeld.

Mark (huurder) en John (verhuurder) hebben een huurovereenkomst afgesloten. In die overeenkomst staat dat Mark de overeenkomst kan opzeggen voor 15 juni 2011. Mark stuurt John per gewone post op 10 juni 2011 een brief waarin hij de huurovereenkomst opzegt.
John beweert dat hij deze brief nooit ontvangen heeft en eist dat Mark gewoon huur blijft betalen. Mark kan niet bewijzen dat de brief John daadwerkelijk bereikt heeft en zal inderdaad de huur voorlopig moeten blijven doorbetalen.

Als John bijvoorbeeld had aangegeven dat hij de brief na terugkomst van een lange vakantie na 15 juni had gelezen, dan zou dit gelden als een omstandigheid die voor rekening van John zou komen. Mark zou dan rechtsgeldig hebben opgezegd.

Aangetekende brieven

Om problemen zoals in bovenstaand voorbeeld te voorkomen, wordt er vaak voor gekozen om een brief per aangetekende post te versturen. Maar ook hier kan een probleem ontstaan.

Wat nu bijvoorbeeld als de geadresseerde niet thuis is (of niet open doet) en dus ook niet voor ontvangst van de brief kan tekenen? De postbezorger zal dan meestal een afhaalbericht in de brievenbus achterlaten.

Maar wat nu als de geadresseerde ontkent dat hij een afhaalbericht heeft ontvangen?

Volgens de Hoge Raad is het enkel verzenden van een aangetekende brief niet voldoende om aan te nemen dat de geadresseerde de brief ook daadwerkelijk bereikt heeft. Het versturen van aangetekende brieven is volgens de Hoge Raad in het algemeen weliswaar een betrouwbare verzendmethode, maar als de geadresseerde betwist dat hij de brief en/of het afhaalbewijs ontvangen heeft, dan zal de afzender moeten bewijzen dat de brief tijdig en op de juiste wijze aan de geadresseerde is aangeboden.

Bij dat laatste wringt hem nu de schoen. De verzender van een aangetekende brief kan meestal niet bewijzen dat de postbode het afhaalbericht daadwerkelijk in de brievenbus gedaan heeft. Heeft een aangetekende brief dan helemaal geen zin meer? Gelukkig wel. In de praktijk zullen de meeste mensen een aangetekende brief wel in ontvangst nemen of erkennen dat de brief of het afhaalbericht in de brievenbus gedaan is.

Maar de hardnekkige geadresseerde die alles ontkent kan wel degelijk roet in het eten gooien. In de praktijk wordt er daarom nog wel eens voor gekozen om een brief zowel per gewone als ook per aangetekende post te verzenden. De geadresseerde die dan nog ontkent enig bericht ontvangen te hebben, komt bij een (lagere) rechter in het algemeen niet geloofwaardig over.

Officiële bezorging door deurwaarder

Maar toch, als de financiële belangen groot zijn en u wilt voorkomen dat er een kans bestaat dat de andere partij ontkent uw bericht of brief ontvangen te hebben, rest slechts één oplossing: laat uw brief officieel door een deurwaarder bezorgen. In dat geval zal een rechter, mits de brief uiteraard correct geadresseerd is, aannemen dat het bericht de geadresseerde bereikt heeft, ook als hij de brief niet persoonlijk in ontvangst genomen heeft.

Dit artikel is geschreven door de redactie van Judex.nl. Uw vragen of reactie zijn welkom op info@judex.nl

Terug naar boven