fbpx
Ga naar content

Wmo en vervoersvoorzieningen

Vervoersvoorzieningen zijn de meest verstrekte voorzieningen in het kader van de Wmo. Ze zijn er in alle soorten en maten en worden verstrekt zodat u zich kunt verplaatsen. Bij dit soort voorzieningen moet u bijvoorbeeld denken aan:

  • een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer (regio taxi)
  • vergoeding van vervoer per eigen auto
  • een bruikleenauto
  • vervoer per taxi of rolstoeltaxi
  • aanpassing van een eigen auto
  • een gesloten buitenwagen
  • een scootmobiel
  • bijzondere fietsen
  • rolstoelscooter
  • speciale voorzieningen voor kinderen, zoals een duofiets

Om het vervoer mogelijk te maken moeten ook weer andere voorzieningen worden verstrekt. Zoals voorzieningen voor:

  • onderhoud en reparatie
  • medisch noodzakelijke begeleiding
  • het gebruik van de voorziening (u moet weten hoe bijvoorbeeld uw scootmobiel werkt)
  • oplaadkosten van de accu van uw scootmobiel
  • rijlessen (alleen de extra kosten)
  • verzekeringen
  • parkeerfaciliteiten (bijvoorbeeld een overdekte en afsluitbare parkeerplaats voor uw scootmobiel)
  • gehandicaptenparkeerkaart en parkeerplaats.

Lokaal vervoer

Een vervoervoorziening geldt alleen voor lokaal vervoer. Uw gemeente moet zelf invulling geven aan het begrip lokaal vervoer. In veel gevallen wordt een grens van 15 kilometer of 5 OV-zones aangehouden.

Als u ook buiten de gemeentegrenzen met aangepast vervoer wilt reizen voor bijvoorbeeld familiebezoek, theaterbezoek of sportwedstrijden, dan wordt het vervoer geregeld door Valys. Het gaat hier om sociaalrecreatief vervoer. De speciale vervoerspas voor sociaalrecreatief vervoer kunt u bij Valys aanvragen.

Goedkoopst bruikbare voorziening

Als u door uw handicap geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer, dan kunt u bij de gemeente een vervoersvoorziening aanvragen. De gemeente zal dan beoordelen of de gevraagde voorziening noodzakelijk is. Er wordt steeds bekeken wat de goedkoopste bruikbare voorziening is.

Als er in uw gemeente een collectief vervoersysteem is opgezet, dan bekijkt de gemeente eerst of u daar gebruik van kunt maken. Is dat niet mogelijk, dan kan er een individuele voorziening worden getroffen. Hierbij kunt u denken aan individueel taxivervoer of een bruikleenauto. Ook een combinatie van collectief en individueel vervoer is mogelijk.

De gemeente kan u ook een individuele vervoersvoorziening in bruikleen verstrekken. Het gaat hierbij om vervoermiddelen die voorzien in uw vervoersbehoeften op de korte afstand in uw directe woonomgeving. De gemeente kan u bijvoorbeeld een elektrische of handbewogen rolstoel, scootmobiel en andere buitenwagens in bruikleen verstrekken.

Persoonsgebonden budget (PGB)

Voor de aanschaf van een sportrolstoel, een aangepaste fiets of voor de aanpassing van de eigen auto kan de gemeente u een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget verstrekken. U maakt dan geen gebruik van de standaard door de gemeente aangeboden voorziening, maar gaat zelf op zoek naar een alternatief.

Een voorbeeld.

Sander wil graag een elektrische rolstoel met een aantal extra mogelijkheden die niet worden aangeboden door de leverancier van de gemeente. Sander zal de extra kosten daarvan voor eigen rekening nemen en vraagt de gemeente voor een financiële tegemoetkoming.

Weekendvervoer

Als u in een instelling verblijft, kunt u in bijzondere gevallen recht hebben op een vervoersvoorziening voor bovenregionale contacten. Dat kan als er bij u sprake is van een dreigend sociaal isolement. Dat doet zich voor als familie of vrienden die belangrijk voor u zijn ver weg wonen. Er zal dan in kaart worden gebracht, hoe vaak de contacten in het verleden zijn onderhouden.

Of er sprake is van een dreigend sociaal isolement zal onderbouwd moeten worden met medische verklaringen (dat geldt niet voor ouders en hun minderjarige kinderen). Denkt u hierbij bijvoorbeeld aaneen verklaring van een instellingsarts. Ook zal worden nagegaan in hoeverre van degene(n) met wie u essentiële contacten onderhoudt gevraagd kan worden u te bezoeken.

Het uitgangspunt daarbij is dat ieder, u en degene met wie een essentieel contact wordt onderhouden, de helft van de bezoekfrequentie voor zijn rekening neemt. Zijn er toch niet genoeg mogelijkheden om u te bezoeken dan wordt een andere verhouding in het aantal af te leggen en te ontvangen bezoeken vastgesteld.

Rolstoelen

Als u één (of meer) rolstoel(en) nodig heeft, dan kunt u die bij de gemeente aanvragen als Wmo-voorziening. De rolstoel kan de gemeente aan u in eigendom, bruikleen of in de vorm van een PGB verstrekken. Soms zijn aanvullende voorzieningen nodig, zoals een training om u te leren hoe u gebruik kunt maken van uw (elektrische) rolstoel, voor het opladen van accu’s, verzekeringen en onderhoud.

Woont u in een AWBZ-instelling? Dan krijgt u de rolstoel en eventueel ook een noodzakelijke tweede rolstoel van die instelling als AWBZ-verstrekking. Dit geldt weer niet als u bewoner bent van een gezinsvervangend tehuis of een regionale instelling voor beschermd wonen. Dan moet u voor rolstoelen weer wél bij de gemeente zijn.

Ook interessant voor u:

Terug naar boven