fbpx
Ga naar content

Hoe werkt de levensloopregeling?

De levensloopregeling is met ingang van 1 januari 2012 afgeschaft. Met de levensloopregeling spaarde u, net als bij de spaarloonregeling, met een deel van uw bruto loon. U kon de opgespaarde bedragen op een later tijdstip gebruiken om een periode van onbetaald verlof te overbruggen of om eerder te kunnen stoppen met werken. U kon en kunt uw opgebouwde levenslooptegoed bijvoorbeeld gebruiken om:

  • te zorgen voor een ziek familielid (langdurig zorgverlof)
  • een sabbatical te nemen
  • te zorgen voor jonge kinderen (ouderschapsverlof)
  • een bepaalde opleiding of studie te gaan volgen
  • eerder te stoppen met werken

Op deze momenten kunt het saldo op uw levenslooprekening gebruiken om tijdens een periode van onbetaald verlof toch een inkomen te hebben.

Belastingheffing en levensloop

Als u meedoet met de levensloopregeling wordt vanuit uw bruto loon een bedrag (vast bedrag of percentage) ingehouden. U spaart dus in geld en niet in tijd. Op dit bedrag wordt geen loonbelasting ingehouden.

Wel worden op dit bedrag premies werknemersverzekeringen ingehouden. Dit heeft te maken met het feit dat u tijdens uw periode van onbetaald verlof in principe verzekerd blijft voor de sociale zekerheid (bijvoorbeeld een WW- of WIA-uitkering).

Op het moment dat u uw levenslooptegoed tot uitkering laat komen (tijdens een periode van onbetaald verlof), houdt uw werkgever de verschuldigde loonbelasting in en bent u de zogenaamde inkomensafhankelijke bijdrage van uw zorgverzekering verschuldigd.

Levenslooprekening

Het bruto ingehouden bedrag wordt gestort op een speciale levenslooprekening of levensloopverzekering die is ondergebracht bij een bank, verzekeraar of een dochter van een pensioenfonds.

U mag tijdens de looptijd veranderen van bank, verzekeraar of pensioenfonds. U mag ook kiezen voor een ander levensloopproduct. U kunt bijvoorbeeld besluiten om het saldo over te maken naar een levenslooprekening bij een andere bank omdat de rente daar substantieel beter is.

Levensloopsparen is een wettelijk recht

In tegenstelling tot een spaarloonregeling, was uw werkgever verplicht om u deel te laten nemen aan een levensloopregeling. Deze verplichting geldt niet meer voor nieuwe levensloopregelingen vanaf 1 januari 2012.

Uw werkgever kan financieel bijdragen aan uw levensloopregeling, maar is dit niet verplicht. Sla hier de levensloopregeling zoals die binnen uw bedrijf geldt, op na.

Maximale bijdrage spaarloon

Per jaar kunt u maximaal 12% van uw bruto loon sparen. U mag blijven sparen totdat het totale saldo op uw levenslooprekening (dus alle stortingen en bijgeboekte rente) 210% van uw bruto jaarloon van het voorgaande kalenderjaar bedraagt.

Deze grens van 210% komt overeen met het sparen voor drie jaar verlof tegen 70% van uw bruto loon. Zodra u met uw tegoed op de levenslooprekening op die 210% van uw bruto jaarloon zit, kunt u niet meer bijstorten. U kunt pas weer bijstorten (tot het maximum) als u het spaargeld hebt gebruikt voor onbetaald verlof of als er door een loonsverhoging weer ruimte ontstaat.

De grens van 210% mag alleen worden overschreden door rentebijschrijvingen en/of beleggingswinsten. De peildatum waarop gekeken wordt of u aan de grens van 210% is steeds 1 januari van een bepaald kalenderjaar.

Als u op of na 1 januari 1950 en voor 1 januari 1955 geboren bent, dan kunt versneld sparen. Voor u geldt dan het jaarlijkse maximum spaarbedrag van 12% van uw bruto jaarsalaris per jaar niet. Het maximum van 210% van het totale saldo geldt echter wel.

Een voorbeeld.

De heer Groen heeft op 1 januari 2010 een saldo op zijn levenslooprekening staan van 52.000 euro. Zijn jaarsalaris bedroeg in 2009 25.000 euro. Het maximale spaarbedrag voor de heer Groen in 2010 bedraagt dan in principe 12% x 25.000 euro = 3.000 euro.

De grens van 210% ligt voor de heer Groen op 52.500 euro (210% x 25.000 euro). Op 1 januari 2010 zit hij daar nog net onder. Op 1 januari 2011 bedraagt het totale levenslooptegoed van de heer Groen 56.300 euro. Over 2011 kan de heer Groen dan dus niet sparen voor zijn levensloopregeling.

Bestaande levensloopregelingen worden ook na 1 januari 2012 opengehouden

Als u vóór 1 januari 2012 al deelnam aan een levensloopregeling, dan blijft deze regeling voor u voorlopig gewoon bestaan. Alleen deelnemers met een saldo van 3.000 euro of meer kunnen in 2012 en 2013 nog extra stortingen doen. Bedraagt uw levenslooptegoed minder dan 3.000 euro, dan blijft de regeling nog wel intact, maar kunt u geen stortingen meer verrichten.

Alle deelnemers aan de levensloopregeling kunnen in het jaar 2013 hun levenlooptegoed zonder belastingheffing omzetten in het nieuwe vitaliteitssparen.

Ook interessant voor u:

Op zoek naar een mediator?

We hebben een handige vergelijker ontwikkeld die gebruikt kan worden om een geschikte mediator te vinden voor o.a. hulp bij scheiding.

Vind uw mediator
Terug naar boven