fbpx
Ga naar content

Schaderegeling: schikken of procederen?

Mevrouw De Vries is slachtoffer van een auto-ongeluk. Haar auto is van achteren aangereden door de auto van meneer Corten. Als gevolg hiervan ontwikkelt De Vries allerlei klachten, variërend van hoofdpijn tot vergeetachtigheid en chronische gewrichtspijnen.

Hierdoor moet zij haar werkzaamheden staken. De verzekeraar van Corten erkent dat Corten een verkeersfout heeft gemaakt en erkent dus aansprakelijkheid voor de schade van De Vries.

De Vries laat zich bijstaan door een advocaat, mr. Versteeg, die in onderhandeling treedt met de verzekeraar over het vaststellen van de schade. De verzekeraar betaalt voorschotten op de vermoedelijke schade en voldoet, ten behoeve van De Vries, daarnaast een aantal rekeningen van mr. Versteeg.

Op grond van de medische informatie die in de loop van het onderhandelingsproces beschikbaar komt, vindt de verzekeraar na twee jaar dat het met het letsel van De Vries wel meevalt. Tussen de gestelde schade en het ongeval zou onvoldoende verband bestaan. De verzekeraar houdt op met het betalen van voorschotten en van de rekeningen van mr. Versteeg.

Mr. Versteeg is wel overtuigd van de ernst en aard van het letsel van De Vries, daarin gesteund door zijn eigen medisch adviseur. Mr Versteeg schat de totale schade van De Vries op ca. 200.000 euro, terwijl de verzekeraar maar 20.000 euro als voorschot had betaald. Hij adviseert De Vries een gerechtelijke procedure te beginnen, met als inzet de resterende 180.000 euro + wettelijke rente.

Als De Vries geen rechtsbijstandverzekering heeft of niet in aanmerking komt voor een toevoeging, zal zij de kosten van de procedure zelf moeten betalen. Mr. Versteeg maakt de volgende grove schatting:

  • kosten onderzoek, dagvaarding en deurwaarder: ca. 2.500 euro
  • griffierecht (rechtbankleges): ca. 4.500 euro
  • procesbewaking, correspondentie, telefoon: ca. 500 euro
  • kosten mondelinge behandeling (comparitie): ca. 2.000 euro

Afhankelijk van het verloop van de procedure kan daar bij komen

  • kosten aanvullende processtukken: ca. 2.000 euro
  • nader medisch advies: ca. 750 euro (evt. verhaalbaar)
  • rekenkundig advies: ca. 2.000 euro (evt. verhaalbaar)
  • meer comparities: ca. 2.000 euro
  • kort geding om nader voorschot af te dwingen: ca. 3.500 euro

Als de rechtbank een medisch deskundige benoemt, komen de kosten daarvan in principe voor de aansprakelijke wederpartij. Maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn, zeker als De Vries de procedure onverhoopt zou verliezen. Dan dreigen nog de kosten:

  • van de deskundige: ca. 3.000 euro
  • van een proceskostenveroordeling: ca. 3.000 euro

Ook al ontstaan de meeste van deze kosten geleidelijk, bij elkaar gaat het om veel geld.

Als De Vries de zaak wint, krijgt zij 180.000 euro + wettelijke rente. Met een gedeelte daarvan kan zij mr. Versteeg betalen, die qua tijd en kosten bijvoorbeeld 15.000 euro aan de zaak kan hebben besteed.

Een gemiddeld advocaat zal er doorgaans niet voor voelen de rekening pas aan het eind van de rit te presenteren. Bij winst heeft De Vries wel recht op een proceskostenveroordeling ten laste van de verzekeraar, maar die is minder dan haar werkelijke kosten, bijvoorbeeld maar 2.000 euro.

De verzekeraar kan – bij winst van De Vries – nog in hoger beroep gaan, wat opnieuw kosten voor De Vries meebrengt. Dat is eveneens het geval is als De Vries zelf in hoger beroep zou willen gaan. Daarna kunnen partijen overigens ook nog in beroep bij de Hoge Raad.

Mevrouw De Vries besluit de zaak toch door te zetten en verzoekt mr. Versteeg om de tegenpartij te dagvaarden en de gerechtelijke procedure te starten. Kort nadat de verzekeraar de dagvaarding ontvangt, blijkt de tegenpartij toch niet zo zeker van haar zaak.

De verzekeraar stelt voor om alsnog 100.000 euro te betalen om de zaak definitief af te wikkelen. Na enig onderhandelen wordt dit aanbod verhoogd tot 130.000 euro. In overleg met haar advocaat besluit mevrouw De Vries dit bod te accepteren.

Terug naar boven