fbpx
Ga naar content

Nieuwe wetgeving: de bestuurlijke boete

De meeste regels over de verhouding tussen burgers en de overheid zijn vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). Aan deze wet is 1 juli jl. een aantal nieuwe onderdelen toegevoegd:

  • de zogenaamde bestuursrechtelijke geldschulden
  • bestuurlijke handhaving (met name de bestuurlijke boete)
  • attributie van bevoegdheden (toedeling van bevoegdheden aan ambtenaren)

In deze column zal ik stilstaan bij het tweede onderwerp, de bestuurlijke boete. In een eerdere column zijn de zogenaamde bestuurlijke geldschulden aan de orde geweest.

Bestuurlijke boete

Er zijn reeds diverse wettelijke regelingen waarin bestuursorganen (lees: overheidsinstanties) de bevoegdheid hebben gekregen om aan burgers (en bedrijven) een boete op te leggen. Denk bijvoorbeeld aan de boete die de belastinginspecteur kan opleggen bij het niet tijdig doen van aangifte van uw inkomstenbelasting, maar ook aan de bestuurlijke boete die De Nederlandsche Bank kan opleggen aan financiële dienstverleners.

In de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) is nu per 1 juli jl. één algemene regeling gegeven voor de uitoefening van dergelijke in bijzondere wetten toegekende bevoegdheden tot het opleggen van een bestuurlijke boete. Deze algemene regeling zal hieronder in hoofdlijnen worden besproken.

Wat is een bestuurlijke boete?

Volgens de letterlijke wettekst wordt onder een bestuurlijke boete verstaan: de bestraffende sanctie, inhoudende een onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van een geldsom.

Uit deze wettelijke definitie volgt dat het moet gaan om een sanctie c.q. straf welke dus pas kan worden opgelegd als er een overtreding is begaan. De straf bestaat uit het betalen van een geldsom en kan niet voorwaardelijk worden opgelegd. Het betalen van leges bij de gemeente voor de aanvraag van een bouwvergunning is dus bijvoorbeeld geen bestuurlijke boete omdat het hier niet gaat om een sanctie op een overtreding.

Uiteraard mag een overheidsinstantie pas een bestuurlijke boete opleggen als er een speciale wet is waarin staat dat de betreffende instantie bevoegd is om boetes op te leggen. Naast de bevoegdheid moet ook de overtreding en de sanctie in de wet zijn omschreven. Dit noemt men wel het zogenaamde legaliteitsbeginsel. U moet immers als burger van te voren kunnen weten wat wel en niet mag en ook moet de hoogte van de sanctie kenbaar zijn.

Hoe wordt de bestuurlijke boete opgelegd?

De bestuurlijke boete wordt bij beschikking opgelegd. Een beschikking is een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan voor een individueel geval. Bij het opleggen van een bestuurlijke boete spreekt men ook wel van een boetebeschikking.

In deze boetebeschikking moet worden vermeld:

  • de overtreding en het overtreden voorschrift
  • indien nodig een aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop de overtreding is geconstateerd
  • de naam van de overtreder
  • het bedrag van de boete.

Aan het opleggen van een boete gaat het vaststellen van de overtreding vooraf door het bestuursorgaan en/of toezichthouder. Deze maakt in veel gevallen een rapport op van de geconstateerde overtreding. Bij het opleggen van zwaardere boetes, dat wil zeggen indien voor de overtreding een bestuurlijke boete van meer dan 340 euro kan worden opgelegd, is het opstellen van een boeterapport verplicht.

Zienswijze

Bij het opleggen van bovengenoemde zwaardere boetes stelt het bestuursorgaan eerst een zogenoemd voornemen op waarin wordt vermeld dat het bestuursorgaan van plan is om een bestuurlijke boete op te leggen. Hierbij wordt een kopie van het boeterapport overgelegd. De overtreder wordt in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijze op dit voornemen naar voren te brengen. De termijn hiervoor bedraagt in de regel 2 weken. Naar aanleiding van de zienswijze kan het bestuursorgaan beslissen de bestuurlijke boete al dan niet op te leggen. Deze beslissing wordt dan boetebeschikking genoemd.

Wat kunt u doen tegen een (voornemen tot) bestuurlijke boete?

Zoals hierboven is aangegeven hebt u in het geval het bestuursorgaan verplicht is een voornemen tot het opleggen van een boete uit te brengen, de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.

Zodra de boete bij beschikking is opgelegd, hebt u de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen tegen de boetebeschikking, meestal binnen 6 weken. In dit bezwaarschrift kunt u verschillende argumenten aanvoeren waarom u van mening bent dat de boete onterecht aan u is opgelegd, bijvoorbeeld:

  • de overtreding kan niet aan u worden verweten, u hebt geen schuld aan de overtreding
  • in het geval de hoogte van de boete niet bij wettelijk voorschrift is vastgesteld maar door het bestuursorgaan in het concrete geval kan worden bepaald, zou u kunnen aanvoeren dat het bestuursorgaan met betrekking tot het vaststellen van de hoogte van de boete geen rekening heeft gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, de ernst van de overtreding en de mate van uw schuld
  • in het geval de hoogte van de boete wel bij wettelijk voorschrift is vastgesteld (wettelijk gefixeerde boete) zou u kunnen aanvoeren dat vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is
  • termijnen zijn niet in acht genomen (bijv. verjaring, zie onderstaande alinea)

Let op: als u geen bezwaar instelt tegen de boetebeschikking staat de boete onherroepelijk vast en moet u het opgelegde bedrag betalen.

Hoe veel tijd heeft het bestuursorgaan om een boete op te leggen?

Bij minder zware boetes, onder 340 euro, vervalt de bevoegdheid van het bestuursorgaan tot het opleggen van een bestuurlijke boete 3 jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden; bij zwaardere boetes, boven 340 euro, vervalt de bevoegdheid 5 jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.

Nadat van de overtreding een boeterapport is opgemaakt, moet het bestuursorgaan binnen 13 weken na de datum van het boeterapport beslissen over het opleggen van de boete.

Zienswijze, bezwaar en beroep

Als u twijfelt over uw kansen om met succes een zienswijze, dan wel bezwaar en/of beroep in te stellen, is het raadzaam om deskundig juridisch advies in te winnen.

Robert-Jan Schenkman is verbonden aan Westhoff Advocaten en als advocaat gespecialiseerd in bestuursrecht. Uw reactie is welkom op rjschenkman@westhoff.nl

Terug naar boven