fbpx
Ga naar content

Wanneer mag ik naar Nederland komen om hier te werken?

Als u naar Nederland wilt komen om te werken, heeft u ten eerste een geldige verblijfsvergunning nodig. Wanneer u komt uit een MVV (Machtiging Voorlopig Verblijf) plichtig land, kunt u (of uw referent / de werkgever) een MVV aanvragen. Als deze wordt goedgekeurd, dan kan kort na uw aankomst in Nederland een verblijfsvergunning worden verstrekt. Indien u geen MVV nodig heeft kunt u (of uw referent) via de Verblijfsvergunning Regulierprocedure een verblijfsvergunning aanvragen.

Er zijn verschillende soorten verblijfsvergunningen waarmee u in Nederland kunt komen werken. U kunt een verblijfsvergunning krijgen voor:

1 Reguliere arbeid in loondienst
2 Lerend werken of seizoensarbeid
3 Kennismigrant
4 Europese blauwe kaart
5 Werken als zelfstandige
6 Au pair of uitwisselingsjongere

1 Reguliere arbeid in loondienst
Iedere werkgever met een vestiging in Nederland kan een verblijfsvergunning voor reguliere arbeid aanvragen. Reguliere arbeid in loondienst wil niets meer zeggen als een baan in loondienst.

Gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA)
Vanaf 1 april 2014 is de zogenaamde gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA) ingevoerd. Hierdoor wordt het mogelijk voor vreemdelingen van buiten de EU om langer dan drie maanden in Nederland te verblijven en te werken. Er hoeft slechts één procedure gestart te worden: de GVVA combineert namelijk de verblijfsvergunning en de tewerkstellingsvergunning in één procedure. In feite is het een verblijfsvergunning met een aanvullend document waarin staat bij welke werkgever u als vreemdeling mag werken, in welke functie u mag werken en onder welke voorwaarden u daar mag werken.

Voor wie geldt de GVVA?
De GVVA is bedoeld voor het grootste deel van de arbeidsmigranten van buiten de EU, Liechtenstein, Noorwegen, IJsland, en Zwitserland. Maar er zijn uitzonderingen.

Uitzonderingen: voor wie geldt de GVVA niet?
De GVVA geldt niet voor seizoenswerkers, studenten, asielzoekers en Kroaten. Voor deze groepen blijft een aparte tewerkstellingsvergunning bestaan. Voor kennismigranten is overigens niets veranderd. Zij hadden voorheen ook slechts een verblijfsvergunning nodig. Dat blijft zo, ook nu de GVVA is ingevoerd.

Hoe verloopt de GVVA-procedure?
De arbeidsmigrant of zijn werkgever kan de vergunning aanvragen. De IND beoordeelt de aanvraag. Hiervoor heeft de IND 90 dagen (oftewel 3 maanden) de tijd. Binnen deze termijn vraagt de IND eerst advies aan het UWV. Het UWV adviseert de IND binnen 5 weken over de volgende punten:

a) Is er arbeidsaanbod uit Nederland en/of de EU voor het betreffende werk?
b) krijgt de vreemdeling de juiste arbeidsvoorwaarden?

Is het antwoord op één van deze vragen “nee”, dan zal het UWV de IND adviseren om de aanvraag af te wijzen. De IND is vervolgens verantwoordelijk voor het nemen van een besluit en de eventuele afgifte van de vergunning. U moet er dus rekening mee houden dat het 7 weken tot maximaal 3 maanden duurt voordat u een beslissing ontvangt van de IND. Dit geldt ook voor een verlengingsaanvraag. Vraag dus tijdig, in elk geval 3 maanden voor het aflopen van uw huidige vergunning, een verlenging aan.

Voor Kroaten is een tewerkstellingsvergunning noodzakelijk
Als u een visum nodig heeft om in Nederland te verblijven of als u de Kroatische nationaliteit heeft, dan mag u alleen arbeid in loondienst verrichten als uw werkgever in het bezit is van een tewerkstellingsvergunning. Uw werkgever kan deze tewerkstellingsvergunning aanvragen bij het UWV Werkbedrijf in Zoetermeer.

Vanaf 1 januari 2014 is deze verplichting voor Bulgaren en Roemenen afgeschaft.

Een tewerkstellingsvergunning is nodig voor alle niet EU-onderdanen. Voor inwoners uit Kroatië geldt vooralsnog een overgangsregeling tot 1 januari 2015. Kroaten hebben dan ook een TWV nodig.

Wat zijn de voorwaarden voor het verkrijgen van een TWV?

  • Uw werkgever moet personeel hebben geworven in Nederland en in Europa.
  • Uw werkgever moet bij het UWV Werkbedrijf een vacature indienen, vijf weken voordat de werkgever de TWV aanvraagt.
  • U mag niet jonger zijn dan 18 jaar of ouder dan 45 jaar. 
  • Ook moet uw werkgever huisvesting voor u regelen en moet u een geldige verblijfsvergunning hebben. 
  • U moet over een geldig legitimatiebewijs beschikken. 
  • U mag geen gevaar voor de openbare orde vormen.
  • U moet bereid zijn mee te werken aan een medisch onderzoek (TBC).
  • U moet beschikken over het wettelijk minimumloon.

De TWV-procedures behoren tot de verantwoordelijkheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze vallen dus niet onder de reikwijdte van de Wet Modern Migratiebeleid. Maar deze wet zorgt (onder meer) voor vereenvoudiging van procedures waar dat mogelijk is. Dit betekent voor de TWV dat uw werkgever met een aanvraagformulier zowel een verblijfsvergunning als een TWV kan aanvragen bij het loket UWV-IND. Ook worden er gegevens uitgewisseld tussen de IND en het UWV WERKbedrijf, waardoor de administratieve lasten voor u en uw referent minder worden.

2 Lerend werken of seizoenarbeid
De IND kan aan een vreemdeling, aan wie een tewerkstellingsvergunning is verleend met een maximum van 24 weken, een verblijfsvergunning met als beperking seizoensarbeid verstrekken. Vaak gaat het bij seizoensarbeid over werk in de agrarische sector of in de horeca. Belangrijk is wel dat de vreemdeling voorafgaand aan de aanvraag minimaal 14 weken buiten Nederland moet zijn geweest.

Een vreemdeling kan in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning voor lerend werken als hij relevante werkervaring wil opdoen in Nederland voor zijn opleiding of baan in het buitenland.

3 Kennismigrant
Kennismigranten zijn niet EU-onderdanen (of derdelanders) die vanwege hun bijzondere kwaliteiten of kennis (bijvoorbeeld docenten of artsen) een beroep kunnen doen op een relatief soepele toelatingsregeling. De werkgever van de kennismigrant of wetenschappelijk onderzoeker is de referent. Bij deze vorm van toelating is het verplicht dat de referent erkend is. Of een bedrijf erkend is als referent is terug te vinden in het register van de IND.

Naar aanleiding van de associatieovereenkomst tussen de EG en Turkije, is het voor de Turkse arbeidsmigrant echter niet vereist dat de werkgever als referent optreedt. Extra verplichtingen wat betreft informatie en administratie zullen op de werkgever dan ook niet van toepassing zijn. Wel is het mogelijk dat de werkgever kiest voor het zijn van referent, nu dit ook voordelen met zich meebrengt zoals de snellere procedure.

Als de kennismigrant voldoet aan het zogenaamde looncriterium, dan is geen GVVA of tewerkstellingsvergunning nodig.

Het looncriterium voor vreemdelingen verschilt naar gelang leeftijd. Zo is er een apart criterium voor vreemdelingen onder de 30 jaar en voor vreemdelingen ouder dan 30 jaar. Actuele bedragen vindt u op de website van de IND. Voor vreemdelingen die hoger opgeleid zijn en/of afgestudeerd zijn tot maximaal een jaar vóór de aanvraag om een verblijfsvergunning geldt een looneis die lager is dan voor de dertigjarigen. Datzelfde geldt voor wetenschappelijk onderzoekers en artsen in opleiding tot specialist.

De partner of echtgenoot van een kennismigrant mag ook zonder tewerkstellingsvergunning werken.

4 Europese blauwe kaart
Naast de nationale kennismigrantenregeling is ‘verblijf als houder van een Europese blauwe kaart’ een apart verblijfsdoel voor hoogopgeleiden van buiten de EU. De Europese ‘Blue Card’ richtlijn (EU Richtlijn 2009/50) is ontstaan uit een gevoelde noodzaak voor een gezamenlijk toelatingsbeleid binnen de EU, om zo de concurrentiekracht en economische vitaliteit van de EU te versterken in tijden van ‘vergrijzing’. De bedoeling is dat de werkende bevolking van de EU groeit door het aantrekken van arbeidsmigranten.

Om in aanmerking te komen voor verblijf als houder van een Europese blauwe kaart gelden de volgende voorwaarden:

  • De kennismigrant heeft een arbeidscontract of bindend arbeidsaanbod voor de duur van tenminste één jaar. 
  • De kennismigrant voldoet aan het looncriterium. Dit wil zeggen dat de vreemdeling met zijn baan minimaal 60.000 euro bruto moet verdienen. 
  • De kennismigrant moet voldoen aan een opleidingseis van minimaal een afgeronde opleiding hoger onderwijs met een duur van minimaal drie jaar (het arbeidscontract of -aanbod moet ook gaan om een baan waarvoor deze eis ook is gesteld).
  • De werkgever voor wie de werknemer gaat werken mag in een periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag geen boete hebben gekregen voor overtreding van artikel 2 Wav, of wegens het niet of onvoldoende afdragen van loonbelasting of premies voor de werknemers- of volksverzekeringen.
  • De kennismigrant moet beschikken over een geldige MVV (Machtiging Voorlopig Verblijf).

Omdat de specifieke voorwaarden voor verblijf als houder van een Europese blauwe kaart strenger zijn dan die voor verblijf als kennismigrant in Nederland, zal deze procedure voor veel situaties geen voordelige optie zijn. De kennismigranten regeling kent bijvoorbeeld een lager looncriterium en geen opleidingseis.

Er zijn evenwel ook voordelen verbonden aan de Europese blauwe kaart regeling. Ten eerste is het voor de houder en zijn gezinsleden gemakkelijker zich in een andere EU-lidstaat te vestigen om daar te gaan werken. Aan de toelating mag geen voorafgaand visum (MVV) vereiste worden gesteld. Een tweede voordeel is dat gezinsleden van de houder onder gunstigere voorwaarden voor ‘voorgezet verblijf’ in aanmerking kunnen komen. Tevens kan de houder van een Europese blauwe kaart gemakkelijker de status ‘langdurig ingezeten derdelander’ krijgen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen de tijdvakken van verblijf in andere EU lidstaten bij elkaar worden opgeteld.

5 Werken als zelfstandige puntensysteem verwerken
Het is natuurlijk ook mogelijk dat u niet in loondienst wilt gaan werken, maar dat u zich als zelfstandige in Nederland wilt vestigen. In dat geval heeft u ook een MVV nodig en een verblijfsvergunning (onder een beperking binnen het cluster Kennis en talent) om als zelfstandige aan de slag te gaan.

U komt in aanmerking voor een dergelijke verblijfsvergunning als:

  • Er een wezenlijk Nederlands belang is gediend. Dit wordt getoetst door het ministerie van Economische Zaken. 
  • U met de werkzaamheden die u als zelfstandige verricht voldoende en duurzame middelen van bestaanverdient.
  • U voldoet aan de bevoegdheidsvereisten die gelden voor de uitoefening van het desbetreffende bedrijf. 

Door middels van een puntensysteem wordt vastgesteld of u als zelfstandige in aanmerking kunt komen voor een verblijfsvergunning.

Bij dit puntensysteem is onder andere van belang dat u een ondernemingsplan heeft. Dit ondernemingsplan moet onderbouwd worden met de volgende stukken:

  • afschriften van behaalde diploma’s; de vreemdeling dient zorg te dragen voor vertaling en erkenning van de overgelegde diploma’s en afschriften door het Nuffic;
  • akte van oprichting en statuten onderneming in het geval sprake is van een onderneming in het land van herkomst;
  • referentie voormalige werkgever(s);
  • arbeidscontract(en) van voormalige dienstbetrekkingen;
  • referenties Nederlandse partners of contacten;
  • vennootschapscontracten;
  • financiële gegevens, zoals omzetgegevens, jaarrekeningen, belastinggegevens, loonstaten, loonaangiften, e.d.;
  • getuigschriften Nederlandse opleiding (diploma, promotie).

Jaarstukken en/of cijfers moeten zijn opgesteld of goedgekeurd door een onafhankelijke deskundige (bijv. bij financiering door een Nederlandse bank). De onafhankelijke deskundige mag géén familie zijn. Het hoeft niet speciaal een Registeraccountant of een Accountant Administratieconsulent te zijn. Een boekhouder of een financieel adviseur is ook voldoende.

Overige stukken
Naast de hiervoor genoemde stukken ter onderbouwing van het ondernemingsplan moet de vreemdeling ook nog overleggen:

  • bewijsstukken die de nieuwheid van het product of de dienst voor Nederland aantonen (bijv. patenten of referenties van kennisinstellingen e.d.);
  • bewijsstukken van arbeidscreatie in het eigen bedrijf;
  • gegevens m.b.t. voorgenomen investeringen in Nederland;
  • een kopie van een uittreksel van de (verplichte) inschrijving bij de Kamer van Koophandel, niet ouder dan drie maanden.

Alle stukken moeten zijn opgesteld in het Nederlands, Engels, Frans of Duits of te zijn vertaald door een vertaler die door de Nederlandse rechtbank is beëdigd.

6 Au pair of uitwisselingsjongere
Sinds de invoering van de Wet Modern Migratiebeleid zijn niet de gastgezinnen, maar de au-pairbureaus en de bureaus voor culturele uitwisseling juridisch de referent van de au pair of uitwisselingjongere. Er bestaat een verplichting voor de referent om zich te laten erkennen.

Gastgezinnen kunnen geen uitwisselingsjongeren meer laten overkomen zonder tussenkomst van een erkend bureau. De erkende referent kan zelf een MVV aanvraag of aanvraag verblijfsvergunning voor de au pair indienen en krijgt toegang tot een versnelde procedure.

Ook interessant voor u:

Terug naar boven