Bouwregels & vergunningen: Veelgestelde vragen
Nee, de meldingsplicht voor vergunningsvrije bouwwerken is per 1 januari 2003 afgeschaft
Nee, dit mag niet zomaar. De overheid wil permanent gebruik van recreatiewoningen zoveel mogelijk beperken en heeft daarom de mogelijkheden voor vergunningsvrij bouwen beperkt.
Aan- of uitbouwen etc. mogen daarom niet vergunningsvrij worden gebouwd als het gaat om recreatiewoningen. Deze beperkingen gelden overigens ook voor woonwagens.
Ja, sinds juni 2008 zijn caravans, tenten, tentwagens of campeerauto's niet vergunningsplichtig.
Sinds oktober 2010 is de bouwvergunning vervangen door de omgevingsvergunning voor het bouwen.
Als u een aanvraag indient voor een omgevingsvergunning voor het bouwen zonder dat er in afwijking van het bestemmingsplan gebouwd gaat worden, moet de gemeente u binnen acht weken laten weten of u toestemming heeft om te bouwen of niet.
Deze termijn kan met zes weken worden verlengd.
Als u niet alle stukken heeft ingediend en de gemeente u vraagt om aanvullende stukken dan wordt de termijn verlengd met de tijd die nodig is om die aanvullende stukken aan te leveren. Als u in afwijking van het bestemmingsplan wilt bouwen, kan de verlenging zes maanden langer duren.
Soms is het wenselijk om eerst te laten toetsen of een bouwplan in ruimtelijk opzicht wel tot de mogelijkheden behoort. Op die manier hoeven geen onnodige kosten te worden gemaakt om het bouwplan volledig tot in detail uit te werken.
In een dergelijk geval kan een gefaseerde omgevingsvergunning voor het bouwen (vroeger: bouwvergunning) aangevraagd worden. In de eerste fase wordt bezien of er ruimtelijke en welstandstechnische bezwaren zijn. In de tweede fase wordt vervolgens pas getoetst op de bouwtechnische aspecten.
Een negatief van de welstandscommissie zal meestal leiden tot een afwijzing van de omgevingsvergunning voor het bouwen (de vroegere bouwvergunning). U kunt tegen die afwijzing bezwaar maken. Als dat bezwaar zich met name richt op het feit dat u het niet eens bent met de welstandscommissie, verdient het de voorkeur om een deskundig iemand zoals bijvoorbeeld een architect een contra-advies te laten opstellen.
De deskundige kan dan vastleggen waarom hij het niet eens is met het advies van de welstandscommissie. Wanneer u dit in de bezwaarfase niet doet, kan het in een later stadium zoals in het beroep bij de rechter of bij de Raad van State vaak niet meer ingebracht worden. U kunt in de beroepsfase namelijk geen nieuwe argumenten meer aanvoeren.
Nee, dat kan niet. Als het vergunningsvrije bouwwerk echter hinder veroorzaakt, kunt u dat aanvechten op grond van het burenrecht. U zult daarvoor de burgerlijke rechter in moeten schakelen.