fbpx
Ga naar content

Wilders riskeert gevangenisstraf

Op 21 januari 2009 heeft het gerechtshof te Amsterdam het openbaar ministerie de opdracht gegeven om Geert Wilders alsnog te vervolgen wegens het aanzetten tot haat en discriminatie door uitlatingen in diverse media over moslims en hun geloof alsmede voor groepsbelediging.

Dit gedrag is strafbaar gesteld in ons wetboek van strafrecht in artikel 137d:

“Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen personen of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 1 jaar of een geldboete van maximaal € 7.400,00”.

Openbaar ministerie wilde Wilders in eerste instantie niet vervolgen

Het openbaar ministerie had eerder besloten om geen actie te ondernemen tegen Geert Wilders naar aanleiding van de aangiftes die tegen hem waren gedaan. De motivering van het OM luidde als volgt:

“…dat een deel van de uitingen van Wilders geen betrekking heeft op een groep gelovigen, maar kritiek betreft op het moslimgeloof, waardoor de eigenwaarde van de groep gelovigen niet wordt aangetast en die groep evenmin in diskrediet wordt gebracht. Sommige uitlatingen van Wilders kunnen wel als krenkend worden aangemerkt, maar omdat zij (buiten de Tweede Kamer) zijn gedaan als bijdrage aan een maatschappelijk debat valt de strafbaarheid van die uitingen weg”.

Gerechtshof besluit dat Wilders toch vervolgd moet worden

Het gerechtshof was het niet eens met het standpunt van het openbaar ministerie om Wilders niet te vervolgen en vond dat de meningsuitingen van Wilders (ook zoals deze in beeld zijn gebracht in de film Fitna) naar Nederlands recht strafbaar zijn. Er is wel degelijk sprake van haatzaaien gelet op de inhoud van de uitingen en de wijze waarop deze zijn gepresenteerd. “De wijze van presenteren kenmerkt zich door eenzijdige, sterk generaliserende formuleringen met een radicale strekking, niet aflatende herhaling en een toenemende felheid”, aldus het gerechtshof.

Ook komt het gerechtshof tot het oordeel dat Wilders vervolgd dient te worden voor het beledigen van een groep mensen. Deze zogenaamde groepsbelediging is strafbaar gesteld in onze strafwet in artikel 137c:

“Hij die zich in het openbaar, mondeling, of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste 1 jaar of een geldboete van maximaal € 7.400,00”.

Het gerechtshof komt tot dit oordeel voor wat betreft de beledigende uitlatingen waarin een relatie met het nazisme wordt gelegd (door onder meer de Koran met Mein Kampf te vergelijken). Het gerechtshof acht dit zo beledigend voor de moslimgelovigen dat er een algemeen belang aanwezig is om Wilders hiervoor te vervolgen. De volledige tekst van de uitspraak van het gerechtshof kunt u hier teruglezen op de website Rechtspraak.nl.

Mark Rutte schiet Wilders te hulp

De beslissing van het gerechtshof om Wilders te vervolgen heeft in politiek Nederland nogal wat stof doen opwaaien. Zo heeft VVD-voorman Mark Rutte naar aanleiding van het oordeel van het gerechtshof onlangs in de talkshow Knevel & Van den Brink nog verklaard dat: “Godslastering moet worden toegestaan, alles moet kunnen worden gezegd, dus ook de ontkenning van de Holocaust”, aldus Rutte.

Op 27 mei jl. presenteerden Mark Rutte en Atzo Nicolaï de eerste aanzet van het initiatiefwetsvoorstel voor de verruiming van de vrijheid van meningsuiting in Nederland. Het is allerminst verwonderlijk dat deze uitspraken zowel binnen de VVD als daarbuiten voor ophef hebben gezorgd.

Wilders nog niet veroordeeld

Dat het gerechtshof opdracht heeft gegeven aan het openbaar ministerie om hem te vervolgen voor deze feiten zegt nog niets over een eventuele veroordeling. Hoewel de uitlatingen van het gerechtshof anders lijken te suggereren, staat allerminst vast dat Wilders uiteindelijk ook echt veroordeeld zal worden. De rechtbank beslist uiteindelijk of de strafbare feiten ook wettig en overtuigend kunnen worden bewezen en of Geert Wilders zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Wanneer de behandeling van de strafzaak plaatsvindt, is nog niet bekend.

Bij niet-vervolging kunt u beklag doen bij gerechtshof

Als u aangifte heeft gedaan van een strafbaar feit en het openbaar ministerie besluit om geen gevolg te geven aan uw aangifte (de politie doet niets met uw aangifte) of om de zaak tegen de verdachte te seponeren (het zaaksdossier geeft bijvoorbeeld onvoldoende bewijs om de zaak voor de rechter te laten komen) dan biedt de wet ook aan u de mogelijkheid om u hierover te beklagen bij het gerechtshof. U dient hiervoor het gerechtshof dat binnen het rechtsgebied van de officier van justitie ligt schriftelijk te benaderen, waarbij u aangeeft dat u het niet eens bent met de beslissing van het openbaar ministerie. U moet gemotiveerd aangeven waarom u van mening bent dat de verdachte alsnog vervolgd moet worden.

Beklag is aan voorwaarden verbonden

Aan het doen van beklag zitten voorwaarden. Het beklag moet schriftelijk ingediend worden en u moet rechtstreeks belanghebbende te zijn. Als u aangever bent van een strafbaar feit, bent u daarmee ook rechtstreeks belanghebbende als de persoon waartegen u aangifte heeft gedaan niet wordt vervolgd. Ook kan een belangengroepering of organisatie in gevallen als belanghebbende worden aangemerkt.

U kunt niet te lang wachten met het instellen van het beklag. Dit is namelijk aan termijnen verbonden. U moet in ieder geval binnen 3 maanden nadat u kennis heeft genomen van het sepotbericht uw beklag te hebben ingediend. U kunt het beklag zelf indienen, maar het is niet onverstandig om hiervoor een strafrechtadvocaat in de arm te nemen. Als u binnen bepaalde inkomens- en vermogensgrenzen blijft, is het zelfs mogelijk dat de overheid de advocaatkosten voor haar rekening neemt.

Marjolein Dikkerboom is strafrechtadvocaat en verbonden aan Ten Berge Leerkotte Advocaten. Uw reactie is welkom op dikkerboom@tbladvocaten.nl.

Terug naar boven