fbpx
Ga naar content

Voorwaardelijke gevangenisstraf vanwege afkickbehandeling verdachte

Bram is aangehouden in verband met verschillende woninginbraken. Hij bekent dat hij degene is geweest die de diefstallen heeft gepleegd. Bram is verslaafd aan alcohol en cocaïne, is soms maanden clean, maar er komt telkens weer een moment dat hij de verleiding niet kan weerstaan. Dan heeft Bram geld nodig om zijn verslaving mee te bekostigen en pleegt hij strafbare feiten.

De officier van justitie eist voor de 5 woninginbraken een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast eist de officier van justitie als bijzondere voorwaarde dat Bram zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dit inhoudt dat Bram zich moet laten opnemen in een afkickkliniek.

Bram geeft op de zitting aan dat hij zeer gemotiveerd is om af te kicken. Dit blijkt ook uit het feit dat hij zichzelf vrijwillig al had laten plaatsen en de behandeling al van start is gegaan. De rapportage van de kliniek is zeer positief. Bram is goed gemotiveerd en komt gemaakte afspraken na.

De verdediging voert aan, dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de behandeling van Bram alleen maar zou frustreren. De behandeling zou dan immers moeten worden stopgezet omdat Bram zijn straf in de gevangenis zou moeten uitzitten.

De meervoudige strafkamer van de rechtbank besluit de eis van de officier van justitie te volgen, maar zal gelet op de persoonlijke omstandigheden van Bram de gevangenisstraf geheel voorwaardelijk opleggen. Hierdoor komt de behandeling van bram niet in gevaar.

Wel legt de rechtbank een langere proeftijd op van 3 jaren nu het noodzakelijk is dat Bram ook na de behandeling bij de kliniek nog begeleiding krijgt van de reclassering.

Terug naar boven