fbpx
Ga naar content

Wat is de rol van het openbaar ministerie (OM)?

Het openbaar ministerie (vaak afgekort met: OM) is niet een daadwerkelijk ministerie zoals de naam doet vermoeden. Het is geen ministerie zoals dat van Buitenlandse Zaken of Financiën. Het OM is een overheidsorganisatie die zich officieel bezighoudt met ‘de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en met andere taken die in de wet geregeld zijn.’ In de praktijk heeft het OM een aantal hoofdtaken:

  • Zorgen dat strafbare feiten worden opgespoord en degene die een strafbaar feit begaat wordt vervolgd.
  • Toezicht houden op de uitvoering van de door de strafrechter opgelegde strafvonnissen. Dit komt er kort gezegd op neer dat het OM ervoor moet zorgen dat iemand ook daadwerkelijk zijn gevangenisstraf uitzit, zijn werkstraf uitvoert en bijvoorbeeld de opgelegde boete betaalt.

Het OM is in Nederland de enige instantie die kan besluiten om u te vervolgen op verdenking van een strafbaar feit. Het OM bepaalt dus wie er voor de rechter moet verschijnen en voor welk feit. Het is uiteindelijk de strafrechter die bepaalt of u schuldig bent aan een strafbaar feit en welke straf u hiervoor krijgt.

In sommige gevallen kan het OM de strafzaak zelf af doen, dit geldt met name voor een aantal veelvoorkomende lichtere strafbare feiten en als de verdachte nog niet eerder in aanraking is gekomen met politie en justitie. Dit geldt zowel voor meerderjarige als minderjarige verdachten.

Het OM kan op dit moment uw strafzaak nog op twee manieren af doen:

  1. Via een zogenaamde TOM- of OTP-zitting
  2. Via de zogenaamde OM-afdoening

Beide procedures kenmerken zich doordat het OM u een transactie aanbiedt. Gaat u daarmee akkoord, dan voorkomt u daarmee dat de zaak voor de rechter komt. Per 1 februari 2008 is de OM-afdoening in het leven geroepen, die zal te zijner tijd de transactie zoals we die nu kennen gaan vervangen.

1. TOM- en OTP-zittingen

Het OM kan dus besluiten om uw zaak niet direct aan de strafrechter voor te leggen, maar u een voorstel te doen waarmee de strafzaak kan worden afgedaan. Dit voorstel wordt ook wel een transactie genoemd. Het voorstel wordt gedaan tijdens een zitting Bij meerderjarige verdachten heet dit een TOM-zitting (Taakstrafzitting Openbaar Ministerie) en bij minderjarige verdachten een OTP-zitting (Oproep Ten Parkette).

Het voorstel wordt niet door een rechter gedaan tijdens een dergelijke zitting, maar door een officier van justitie of een parketsecretaris. Het voorstel kan bijvoorbeeld bestaan uit het aanbieden van een werkstraf of leertraject of uit de betaling van de schade aan het slachtoffer. Het OM kan een dergelijk voorstel doen voor maximaal 120 uur werkstraf/leerstraf en alleen voor strafbare feiten waar een maximum gevangenisstraf op staat van minder dan 6 jaar.

Bij de OTP geldt een maximale taakstraf van 60 uren. Wil de officier een hogere straf eisen dan 120 of 60 uur werkstraf dan zal hij de strafzaak voor de politierechter moeten brengen.

Door het voorstel krijgt u als het ware de kans om te voorkomen dat uw zaak voor de strafrechter komt. Als u het voorstel van het OM (bijvoorbeeld het betalen van een geldboete) accepteert, dan is daarmee de strafzaak afgedaan.

2. De OM-afdoening

Sinds 1 februari 2008 mag het OM zelf straffen opleggen als het gaat om een aantal ‘lichtere’ strafbare feiten. Men noemt dit de OM-afdoening. In dat geval wordt u dus niet veroordeeld door een rechter, maar door het OM. Dit is in feite een uitzondering op de regel dat in Nederland alleen een strafrechter straffen mag opleggen.

Opsporing van strafbare feiten

Het opsporingswerk doet het OM niet zelf, deze taak heeft het OM opgedragen aan de politie. De politie zoekt dus naar sporen, hoort getuigen en slachtoffers en houdt de verdachte aan. Al deze informatie naar aanleiding van het opsporingsonderzoek wordt schriftelijk vastgeld in een proces-verbaal.

Het OM is verantwoordelijk voor de opsporing zoals die door de politie wordt uitgevoerd. De officier van justitie is de vertegenwoordiger van het OM en daarmee ook de gezagsvoerder van het opsporingsonderzoek. Bij ernstigere misdrijven neemt de officier vaak direct de leiding van het onderzoek op zich.

Naast de verantwoordelijkheid over de politie is het OM ook verantwoordelijk voor de opsporing door de gemeentelijke sociale recherches (denk aan bijstandsfraude) en bijzondere opsporingsdiensten zoals de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst en Economische Controle Dienst (FIOD-ECD) en de Algemene Inspectiedienst (AID).

Ook interessant voor u:

Terug naar boven