fbpx
Ga naar content

Overtredingen en misdrijven in het verkeer

De Wegenverkeerswet is het fundament voor alle regels in het verkeer. Centraal staat hierbij de veiligheid op de weg en de vlotheid en goede doorstroom van het verkeer zonder dat daarbij hinder of gevaar op de weg wordt veroorzaakt.

De verkeersregels zijn nader uitgewerkt in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens.

Het is mogelijk om voor sommige verkeersregels ontheffing te krijgen. De wet geeft ook regels omtrent de afgifte van rijbewijzen en kentekens en welke voertuigen wel en niet op de weg mogen rijden.

De Wegenverkeerswet kent een gelaagde structuur. Dit betekent dat de wet weer is uitgewerkt in andere wetten. De meeste verkeersregels en borden zijn bijvoorbeeld niet uitgewerkt in de Wegenverkeerswet zelf, maar in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens. Daar vindt u dus de adviessnelheden en de waarschuwingsborden.

Per 1 april 2008 zijn er een paar regels in het verkeer aangepast. Een paar voorbeelden:

  • skaters mogen op het fietspad
  • brommers mogen op de weg 45 km per uur.

Ook de Wegenverkeerswet maakt een onderscheid tussen misdrijven en overtredingen.
De wet kent ook een bijkomende straf, namelijk de ontzegging van de rijbevoegdheid.

Daarnaast bevat de wet nog een aantal administratiefrechtelijke sancties zoals:

  • de educatieve maatregelen ter bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid
  • de invordering en de inhouding van het rijbewijs.
  • het rijverbod
  • de wielklem en het wegslepen van het voertuig

Enkele voorbeelden van verkeersovertredingen:

Gevaar of hinder veroorzaken op de weg

Maximumstraf: een geldboete van 3.700 euro of maximum gevangenisstraf van twee maanden.
Als bijkomende straf kan een ontzegging worden opgelegd voor twee jaar. In geval van recidive (herhaling) kan de ontzegging van de rijbevoegdheid voor vier jaar worden opgelegd.

Dood door schuld

Maximumstraf: een boete van 18.500 euro of een gevangenisstraf van drie jaar en/of ontzegging rijbevoegdheid.

Dood door schuld, waarbij tevens sprake is van roekeloosheid

Maximumstraf: een boete van 74.000 euro of een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar en/of ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van vijf jaar. In geval van recidive (herhaling) kan de ontzegging van de rijbevoegdheid voor tien jaren worden opgelegd.

Rijden na ongeldigheidsverklaring of invordering rijbewijs of ontheffing rijbevoegdheid

Maximumstraf: 7.400 euro of een gevangenisstraf drie maanden en/of rijbevoegdheidontzegging vijf jaar. In geval van recidive (herhaling) kan de ontzegging van de rijbevoegdheid voor tien jaren worden opgelegd.

Rijden onder invloed

Om vast te stellen of u onder invloed van alcohol heeft gereden, kan justitie gebruik maken van verschillende onderzoeken:

  1. Het voorlopige controleonderzoek. Dit onderzoek is beter bekend als het blazen met het zogenaamde blaaspijpje.
  2. Bestaat de verdenking dat u rijdt onder invloed dan kan een ademanalyse worden afgenomen. Het weigeren van dit onderzoek is strafbaar.
  3. Als dit onderzoek geen resultaat biedt, bijvoorbeeld omdat u wegens gezondheidsredenen niet kunt blazen, moet u meewerken aan een bloedproef. Het weigeren van deze bloedproef is strafbaar.
  4. Biedt ook dit onderzoek geen resultaat, dan volgt een urineonderzoek. Werkt u hier niet aan mee, dan bent u strafbaar.

Rijden onder invloed is op verschillende manieren strafbaar:

1. rijden onder invloed algemeen, dat wil zeggen onder invloed van een stof waarvan u weet of had moeten weten dat deze de rijvaardigheid kan verminderen

2. rijden met meer dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht

3. rijden met meer dan 0,5 gram alcohol per milliliter bloed (promille)

4. u laten rijden door een ander onder invloed

Voor een beginnende bestuurder (dit zijn automobilisten die na 30 maart 2002 hun rijbewijs gehaald hebben of het na 1 januari 2006 nog gaan halen):

5. rijden met meer dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht

6. rijden met meer dan 0,2 gram alcohol per milliliter bloed (promille)

Bromfietsbestuurder:

7. rijden met meer dan 0,2 gram alcohol per milliliter bloed (promille)

Maximumstraf: 7.400 euro of een gevangenisstraf van drie maanden en/of een ontzegging van vijf jaar rijbevoegdheid. In geval van recidive (herhaling) kan de ontzegging van de rijbevoegdheid voor 10 jaren worden opgelegd.

De strafrechters in Nederland hebben een strafrichtlijn opgesteld waaruit u ongeveer kunt afleiden hoe hoog de straf is bij een bepaalde overtreding of een bepaald misdrijf. Let op: het gaat hier om een richtlijn. De rechter kan en mag hier dus vanaf wijken.

Ook interessant voor u:

Terug naar boven