fbpx
Ga naar content

Wanneer ben ik een verdachte?

Volgens de wet bent u een verdachte in drie gevallen:

  1. Als uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden naar voren komt dat u zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
  2. Als u door de overheid daadwerkelijk wordt vervolgd voor een strafbaar feit.
  3. Als er tegen u een strafrechtelijk financieel onderzoek loopt of als u voor een strafbaar feit bent veroordeeld en de officier van justitie probeert bepaalde goederen of geld dat u door een strafbaar feit verkregen heeft, aan u te ontnemen.

1.  Een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit.

U bent dus een verdachte als er voldoende aanleiding is om u te verdenken van het plegen van een strafbaar feit. Het is dus onvoldoende als een politieagent op grond van pure intuïtie denkt dat u iets strafbaars gedaan heeft.

Aan de andere kant wordt het volgens de wet vereiste ‘redelijke vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit’ vrij snel aangenomen. Een rechter komt in de praktijk in heel veel gevallen tot het oordeel dat u terecht als verdachte door de politie bent aangemerkt.

Een voorbeeld.

Er komt bij de politie een melding binnen dat in de woning van Harry H. aan de Delictstraat nr. 4 drugs aanwezig zouden zijn. Op zich is dat dan voldoende om Harry, maar ook eventuele andere personen die zich bij de komst van de politie in de woning bevinden (of op dat moment de woning verlaten) als verdachte aan te merken.

Het kan natuurlijk best zo zijn dat u achteraf gezien onterecht als verdachte bent aangemerkt en behandeld. Misschien zijn er tegen u bepaalde dwangmiddelen toegepast, terwijl dat eigenlijk niet mocht. Er zijn in feite drie soorten dwangmiddelen:

  • dwangmiddelen die zien op personen (staande houden, aanhouden en fouilleren)
  • dwangmiddelen ten aanzien van plaatsen (binnentreden van woning e.d.)
  • dwangmiddelen die betrekking hebben op zaken/goederen (inbeslagneming, computeronderzoek, tap)

Als er onterecht dwangmiddelen tegen u zijn toegepast, dan kan dat gevolgen hebben voor uw strafzaak. Mocht de officier van justitie zijn boekje ver te buiten zijn gegaan, dan kan de rechter als zwaarste sanctie het openbaar ministerie niet ontvankelijk verklaren. Dit houdt in dat de officier van justitie de strafzaak niet meer aan de rechter mag voorleggen.

Ook is het mogelijk dat bepaalde zaken niet als bewijs mogen worden gebruikt of kunt u mogelijk strafvermindering krijgen. Of het onterecht of verkeerd toepassen van dwangmiddelen gevolgen heeft, hangt af van de mate waarin de politie en/of het openbaar ministerie verkeerd gehandeld heeft.

Een voorbeeld

U bent aangehouden en inverzekering gesteld. U heeft een paar dagen vastgezeten op het politiebureau voor verhoor. U heeft tijdens een van de verhoren een alibi opgegeven. U was op het tijdstip dat het strafbare feit is gepleegd heel ergens anders en er is iemand die dit voor u kan bevestigen. De zaak wordt tegen u geseponeerd.

Seponeren is een bevoegdheid van de officier van justitie om de zaak niet voor de rechter te brengen, maar verder te laten rusten. In dat geval kunt u een eis voor schadevergoeding indienen omdat u onterecht heeft vastgezeten op het politiebureau. Een strafrechtadvocaat kan u helpen bij het opstellen van deze eis.

2. Als u door de overheid daadwerkelijk vervolgd wordt voor een strafbaar feit

Van het begrip ‘vervolging’ geeft de wet geen definitie. In de praktijk komt het erop neer dat u ook verdachte bent als u uit een handeling van de overheid de conclusie kunt trekken dat u wordt beschuldigd van een strafbaar feit.

U kunt bijvoorbeeld opmaken dat het openbaar ministerie u als een verdachte beschouwd als:

  • u een dagvaarding ontvangen heeft met een oproep om voor de strafrechter te verschijnen
  • de politie u tijdens een verhoor meldt dat u als verdachte wordt aangemerkt
  • de politie uw woning doorzoekt

3. Als er tegen u een strafrechtelijk financieel onderzoek loopt of als u voor een strafbaar feit bent veroordeeld en de officier van justitie probeert bepaalde goederen of geld dat u door een strafbaar feit verkregen heeft, aan u te ontnemen.

De laatste jaren probeert het openbaar ministerie actief geld of bezittingen die door het plegen van een strafbaar feit verkregen zijn, af te pakken. In vaktaal spreekt men van het ‘ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel’.

In de praktijk is deze methode ook wel bekend geworden onder de naam ‘pluk ze’.

Een voorbeeld.

U wordt er van verdacht jarenlang drugs te hebben gedeald. Hieraan heeft u veel geld verdiend. Naast het feit dat u vervolgd kunt worden voor drugshandel, kan de officier van justitie ook vorderen dat u het geld dat u heeft verdiend met de drugshandel aan de staat moet terugbetalen.

Een strafrechtelijk financieel onderzoek kan alleen tegen u worden ingesteld als u verdacht wordt van een misdrijf waarop een geldboete van de vijfde categorie staat (maximaal 74.000 euro).

Het strafrechtelijk financieel onderzoek is een onderzoek dat er eigenlijk op gericht is om te bekijken of u geld of goederen door een strafbaar feit verkregen heeft, om deze middelen vervolgens weer van u af te kunnen nemen. Zolang de rechter nog geen definitieve uitspraak gedaan heeft of er in uw situatie geld of goederen van u mogen worden afgenomen, bent u een verdachte.

Ook interessant voor u:

Terug naar boven