Bouwen, wonen & huren: Veelgestelde vragen
Ja, dat klopt. Als huurder van een garagebox of een parkeerplaats in een parkeergarage heeft u net als de huurder van kantoor- en magazijnruimte, ontruimingsbescherming. De verplichting om te vertrekken is dus 2 maanden opgeschort. Maar binnen die 2 maanden moet u als huurder wel in actie komen en bij de rechter vragen om de ontruimingsbescherming te verlengen.
Dat is woonruimte waarvan de huurprijs vrij (‘geliberaliseerd') is, en niet onderworpen is aan een door de overheid opgelegd puntensysteem. Anders gezegd: geliberaliseerde woonruimte is woonruimte in het duurdere segment (maandhuur hoger dan 647,53 euro) Woonruimte met een lagere huurprijs die wél onder het puntensysteem valt, wordt ook wel ‘niet-geliberaliseerde' woonruimte genoemd.
Bij woonruimte voor permanente bewoning heeft de verhuurder een opzegtermijn van drie maanden plus een maand voor ieder jaar dat de huurder de woonruimte bewoond heeft. Maar de maximale opzegtermijn voor de verhuurder is zes maanden.
De huurder hoeft alleen te vertrekken als hij met de opzegging heeft ingestemd. Zo niet, dan is het altijd de rechter die bepaalt of aan het contract een eind moet komen. De opzegtermijn voor de huurder is één maand.
Als het om woonruimte voor korte duur (niet-permanente bewoning) gaat hoeft de verhuurder geen reden op te geven. Dat geldt ook bij hospita-kamerhuur gedurende de eerste negen maanden. Maar als het gaat om permanente bewoning zijn de redenen voor opzegging beperkt.
Enkele voorbeelden (niet uitputtend): slecht huurderschap, dringend eigen gebruik, opzegging omdat de verhuurder de woonruimte tijdelijk heeft verhuurd en hij er daarna (weer) zelf in wil gaan wonen, onterecht niet willen meewerken aan een dringend noodzakelijke renovatie.
Tegenover uw (onder)verhuurder hebt u in beginsel dezelfde bescherming als de gewone huurder. Maar als uw (onder)verhuurder - die ook huurder is - zelf als huurder de huur opzegt aan de eigenaar ontstaat een andere situatie.
Bent u in die situatie onderhuurder van ónzelfstandige woonruimte dan hebt u jegens de eigenaar (hoofd)verhuurder geen enkele rechtsbescherming. U moet dan vertrekken. Maar bent u onderhuurder van zélfstandige woonruimte dan zet u uw onderhuurcontract voort, maar nu met de hoofdverhuurder als verhuurder.
Deze heeft wel de mogelijkheid om via de rechter beëindiging van het onderhuurcontract te vragen. De gronden waarop dat kan zijn overigens beperkt.
Een medehuurder is iemand die samen met de huurder in de woonruimte woont, zelf geen huurder is, maar dat automatisch wordt zodra de huurder vertrekt. Een medehuurder is tijdens zijn medehuurderschap (mede)aansprakelijk voor de correcte nakoming van de huurovereenkomst door de huurder.
De echtgenoot of geregistreerde partner van de huurder is automatisch medehuurder op grond van de wet. Anderen kunnen aan de verhuurder vragen om hen de status van medehuurder te verlenen. Weigert de verhuurder dat, dan kan de aspirant-medehuurder aan de rechter vragen om het medehuurderschap te verlenen.
Nee, tussentijds opzeggen van de huur niet mogelijk. Het contract duurt tenminste vijf jaar. Maar als u wanprestatie hebt gepleegd (bijvoorbeeld grote huurachterstand hebt) dan kan de verhuurder het contract wel voortijdig door de rechter laten beëindigen.
Nee, de wens om een pand leeg te verkopen is geen reden voor huuropzegging.
Nee. Uw huurder heeft geen gelijk. Voor contracten van twee jaar of korter geldt de specifieke huurbescherming niet. U hoeft als verhuurder niet naar de rechter om de huurovereenkomst te laten eindigen. De huurder trekt hier aan het kortste eind.


