fbpx
Ga naar content

De inhoudelijke behandeling van uw strafzaak: de strafzitting

Uw voorlopige hechtenis kan maximaal 104 dagen duren, bestaande uit:

  • uw bewaring, maximaal 14 dagen
  • uw gevangenhouding, maximaal 90 dagen

Uiterlijk na 104 dagen moet uw strafzaak voor de rechter op zitting worden gebracht. Als dit niet gebeurt, dan is er geen rechtvaardiging meer om u langer vast te houden, in vaktaal: er is geen rechtsgeldige titel meer om u vast te houden.

Als uw zaak wel binnen deze 104 dagen op een zitting aan de strafrechter wordt voorgelegd, dan blijft volgens de wet de voorlopige hechtenis nog 60 dagen voortduren na de dag van de einduitspraak. Dit is bedoeld om te voorkomen dat u onbedoeld op vrije voeten komt als u hoger beroep instelt.

Een voorbeeld.

Alex is veroordeeld voor poging verkrachting tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 6 voorwaardelijk. Alex moet dan feitelijk 18 maanden zitten. De advocaat van Alex heeft Alex erop gewezen dat sinds 1 juli 2008 een nieuwe regeling voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling in werking is getreden.

Onder de oude regeling kwam Alex op vrije voeten na 16 maanden. Onder de nieuwe regeling telt de voorwaardelijke invrijheidsstellingregel niet als er ook een deel voorwaardelijke straf is opgelegd. Volgens de nieuwe regels moet Alex dus gewoon 18 maanden zitten.

Alex is het hier niet mee eens en stelt direct de volgende dag hoger beroep in. Dan liever veroordeling tot 24 maanden zonder die 6 maanden voorwaardelijk. Dat scheelt hem immers weer twee maanden.

Het instellen van hoger beroep heeft tot gevolg dat het vonnis niet onherroepelijk is. Het vonnis is nog niet van kracht. Normaal gesproken zou dit tot gevolg hebben dat Alex direct op vrij voeten komt. Door de regel dat de voorlopige hechtenis nog 60 dagen voortduurt na het vonnis, blijft Alex voorlopig nog vastzitten.

De pro forma zitting

Soms is binnen de termijn van de 104 dagen het onderzoek nog niet rond of is het voor de rechtbank vanwege drukte niet mogelijk om de zitting binnen de 104 dagen in te plannen.

Dan kan de officier van justitie een zaak ‘pro forma’ op zitting brengen. Pro forma is Latijn voor ‘voor de vorm’. In feite wordt uw zaak dan op de zitting gestart (uw zaak wordt voorgedragen) en onmiddellijk vordert de officier van justitie de schorsing van de behandeling.

Uw zaak wordt dan dus niet echt inhoudelijk behandeld. Deze pro forma zitting is puur bedoeld om de termijn van de voorlopige hechtenis veilig te stellen. Er moet namelijk binnen 104 dagen een strafzitting hebben plaatsgevonden, anders moet justitie u weer op vrije voeten stellen.

Tijdens de schorsing van de zitting blijft uw voorlopige hechtenis gewoon doorlopen. In principe mag deze schorsing 30 dagen duren. Maar als er sprake is van zogenaamde ‘klemmende, zwaarwegende redenen’, dan kan deze termijn opgerekt worden naar 90 dagen.

Uiterlijk binnen 90 dagen moet er dus weer een zitting plaatsvinden. Dit kan eventueel weer een pro forma zitting zijn. Er is wettelijk geen grens gesteld aan het aantal schorsingen en pro forma zittingen.

Door een pro forma zitting duurt uw voorlopige hechtenis dus nog langer. Hoeveel langer dit is, hangt af van de stand van zaken van het onderzoek. Soms komen er meerdere pro forma zittingen als het een zeer omvangrijk onderzoek is, soms staat de zaak al kort na een pro forma op zitting.

Uw advocaat kan daarom wel tijdens deze zitting een verzoek doen om schorsing of opheffing van uw voorlopige hechtenis. Daarnaast kan uw advocaat andere verzoeken doen, bijvoorbeeld het verzoek om getuigen te horen of deskundigen te benoemen.

De regiezitting

Een zitting waarop ook geen inhoudelijke behandeling plaatsvindt, is een regiezitting. Vooral bij grote strafzaken wordt hier gebruik van gemaakt. Bij een regiezitting draait het om de planning van een strafzaak.

De rechtbank wil dan informatie over de stand van zaken van het onderzoek en neemt een beslissing over de eventuele verzoeken van de verdediging. De verdediging kan onderzoekshandelingen opgeven die zij in het kader van de strafzaak nog van belang acht (eventueel uit te voeren door de rechter-commissaris).

Enkele voorbeelden van verzoeken van de verdediging die op een regiezitting aan de orde kunnen komen:

  • nader onderzoek naar in beslag genomen goederen
  • contra-expertise
  • nader verhoor van getuigen, aangever of deskundige
  • schouw (de rechters gaan zelf ter plaatse kijken)

De inhoudelijke strafzitting

De gang van zaken tijdens een zitting verloopt altijd volgens een vast patroon. De rechter opent de zitting en zal uw persoonsgegevens met u doorlopen. Ook controleert de rechter welke andere personen aanwezig zijn.

Dit kunnen zijn: uw advocaat, Bureau Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, getuigen, deskundigen etc).

Daarnaast deelt de rechter u mede dat u goed moet opletten wat er tijdens de zitting gebeurd. Ook zal de rechter u vertellen dat u niet verplicht bent om te antwoorden op de vragen.

Nadat dit gebeurd is, is het woord aan de officier van justitie. Die zal aan de rechter uitleggen van welk strafbaar feit u precies wordt verdacht, met andere woorden wat u ten laste is gelegd in de dagvaarding. De rechter zal u daarna vragen gaan stellen over deze verdenking.

De officier van justitie en uw advocaat worden ook in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen. De rechter, de officier van justitie of uw advocaat kunnen ook getuigen en deskundigen vragen stellen.

Getuigen en deskundigen

Getuigen en deskundigen worden ter zitting beëdigd. Dit houdt in dat ze door middel van het afleggen van de eed of belofte officieel voor de rechter verklaren dat ze de waarheid zullen spreken. De eed is bedoeld voor mensen die in God geloven en luidt: ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig.’ De belofte moet worden uitgesproken door niet-gelovige getuigen en deskundigen en luidt: ‘Dat beloof ik’.

De eed en belofte hebben niet alleen een symbolische waarde. Een getuige die liegt terwijl hij beëdigd is, kan strafrechtelijk vervolg worden.

Benadeelde partij

Als u slachtoffer bent geworden van een strafbaar feit en daarbij schade hebt opgelopen dan is de dader daar in principe aansprakelijk voor. U kunt in verschillende fases van het strafproces of door middel van een civiele procedure uw schade verhalen.

Ook kunt u in sommige gevallen speciale fondsen die hiervoor in het leven zijn geroepen verzoeken om de schade (deels) te vergoeden.

Een benadeelde partij (het slachtoffer) kan zich in uw strafproces voegen. Dit houdt kort gezegd in dat hij de schade die hij heeft geleden als gevolg van het strafbare feit waarvan u verdacht wordt op u probeert te verhalen.

De benadeelde partij heeft een spreekrecht en zal door de rechter dus in de gelegenheid worden gesteld om een aantal woorden te spreken of een slachtofferverklaring voor te lezen.

De benadeelde partij mag alleen praten over de gevolgen die hij of zij heeft ondervonden van het misdrijf. De benadeelde partij mag zich dus niet inhoudelijk over de zaak uitlaten. Hij mag bijvoorbeeld niet zeggen dat u schuldig bent.

Mogelijk heeft de benadeelde partij in uw strafprocedure een eis tot schadevergoeding ingediend. Deze eis mag de benadeelde partij toelichten. De benadeelde partij kan ook een advocaat in de arm nemen die dit namens hem of haar doet.

Requisitoir van de officier van justitie

Nadat de rechter vragen heeft gesteld aan u over de zaak, er eventueel getuigen en deskundigen zijn gehoord en het slachtoffer heeft gesproken zal de officier van justitie zijn visie geven op uw zaak. Dit noemt men het requisitoir.

De officier van justitie eindigt zijn verhaal met de strafeis. Hij kan de rechter verzoeken om een straf of maatregel op te leggen, maar kan in uitzonderlijke gevallen ook vragen om u vrij te spreken. Daarnaast zal de officier van justitie zich uitlaten over de vordering van de benadeelde partij.

Uw strafrechtadvocaat aan het woord

Nadat de officier van justitie aan het woord is gekomen, is het de beurt aan uw advocaat. Uw advocaat zal de verdediging namens u voeren. Indien u geen advocaat in de arm heeft genomen, zal de rechter u in de gelegenheid stellen uw eigen verhaal te doen.

Daarna vindt er nog een tweede ronde plaats. De officier van justitie mag namelijk nog een keer reageren op het verhaal van uw advocaat en daarop mag uw advocaat dan nog een keer het woord voeren. U krijgt als verdachte het laatste woord.

Tip: Overleg met uw advocaat en bekend vooraf wat u wilt gaan zeggen. Indien de verdediging voor vrijspraak gaat, kunt u bij het laatste woord bijvoorbeeld niet zeggen dat het u spijt.

Na het laatste woord volgt meestal in kantonzaken en politierechterzaken direct het mondelinge vonnis. In de zaken die dienen voor de meervoudige kamer vindt in de regel het vonnis na 14 dagen plaats.

In een schema ziet het verloop van een strafzitting er chronologisch als volgt uit:

 

 1. De bode roept de zaak uit.
 2. De rechter controleert de persoonsgegevens.
 3. De officier van justitie draagt de tenlastelegging voor.
 4. Onderzoek door de rechter (vragen aan verdachte, horen van getuigen/deskundigen/voorhouden van stukken)
 5. Behandeling van de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
 6. De vordering van de benadeelde partij en/of uitoefening van het spreekrecht
 7. De strafeis van de officier van justitie, het requisitoir.
 8. De visie van de verdediging, het pleidooi.
 9. De tweede ronde, reactie van de officier en daarna van de advocaat re- en dupliek.
 10. Het laatste woord van de verdachte.
 11. De sluiting van het onderzoek.
 12. De uitspraak van de rechter (in der regel direct na het onderzoek bij ktn.rtr en pol. rtr).

Wat gebeurt er als u niet op de strafzitting verschijnt?

Als u op de datum en tijdstip waarop uw strafzaak wordt behandeld niet aanwezig kan zijn, dan kunt u of uw advocaat de rechtbank een brief sturen. In deze brief moet dan aangegeven worden waarom u niet op de geplande zittingsdag aanwezig kunt zijn met het verzoek om de zitting naar een andere dag te verplaatsen.

Ook kunt u de officier van justitie gemotiveerd het verzoek doen om de dagvaarding in te trekken en u tegen een andere datum te dagvaarden. Het verzoek aan de rechtbank en ook het verzoek aan de officier van justitie wordt alleen in behandeling genomen als u een gegronde reden heeft.

U doet er goed aan om dit zo verzoek zo snel mogelijk in te dienen nadat u de dagvaarding heeft ontvangen.

Als de rechtbank of officier van justitie positief op uw verzoek reageert, dan zal er een nieuwe datum worden geprikt. Als uw verzoek wordt afgewezen, dan kunt u altijd nog uw advocaat machtigen om namens u het woord te voeren.

Ook in dat geval is er sprake van een zogenaamde procedure op tegenspraak. Dit is een juridische term die inhoudt dat er door of namens u verweer is gevoerd tegen het standpunt van de officier van justitie.

Zonder uw toestemming mag uw advocaat alleen toelichten waarom u niet bent verschenen, maar mag uw advocaat niet het woord voeren ter uw verdediging. Spreekt dit goed met uw advocaat door.

Als u niet op de zitting aanwezig bent en heeft u ook geen advocaat gemachtigd om namens u het woord te voeren ter verdediging, dan loopt u het risico om te worden veroordeeld. Men noemt dit dan een veroordeling bij verstek.

Uw strafzaak is dan dus behandeld zonder uw aanwezigheid en zonder de aanwezigheid van een advocaat.

U kunt tegen een verstekvonnis in principe alleen nog in hoger beroep als u niet op de hoogte was van de zittingsdatum. Was u wel op de hoogte van de zitting, maar heeft u niet de moeite genomen zelf of uw advocaat te laten verschijnen dan staat er geen mogelijkheid van bezwaar of beroep meer open.

Ook interessant voor u:

Terug naar boven