fbpx
Ga naar content

Concurrentiebeding per e-mail is rechtsgeldig

Volgens de wet is een concurrentiebeding alleen geldig als het schriftelijk overeengekomen is, het zogenaamde schriftelijkheidsvereiste. Volgens de rechtbank in Dordrecht is ook aan dit vereiste voldaan als de werkgever per e-mail een arbeidsovereenkomst aan de werknemer stuurt en de werknemer per e-mail antwoordt dat ‘het zo wel akkoord is’.

In mei 2011 waren werkgever en werknemer in onderhandeling over het aangaan van een arbeidsovereenkomst. De werkgever, een werving- en selectiebureau stuurt op 16 mei per e-mail een concept arbeidsovereenkomst aan de werknemer. In deze arbeidsovereenkomst is onder meer een concurrentie- en een relatiebeding opgenomen.

Werknemer verklaart zich per e-mail akkoord met arbeidsovereenkomst

Er ontwikkelt zich tussen partijen een e-mailcorrespondentie en op enig moment schrijft de werknemer aan de werkgever: ‘Zo is het akkoord wat mij betreft.’ Partijen spreken af dat de werknemer uiterlijk op 1 augustus 2011 in dienst zou treden, maar eerder als zich een geschikte opdracht voordoet.
Als de werknemer er vervolgens in slaagt om bij een derde een opdracht te verkrijgen besluit hij zijn werkgever op 27 juni 2011 te melden dat hij deze opdracht als zzp-er wil uitvoeren en om die reden niet bij de werkgever in dienst zal treden.

De werkgever laat het hier niet bij zitten en start een kort geding procedure bij de rechtbank in Dordrecht. Volgens de werkgever schendt de werknemer het concurrentiebeding door als zelfstandige aan de slag te willen met een opdracht bij een relatie van de werkgever. De werknemer stelt zich echter op het standpunt dat er helemaal geen rechtsgeldig concurrentiebeding bestaat. Er is immers, zo beweert hij, niet voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste.

Schriftelijkheidsvereiste bij concurrentiebeding dient ter bescherming van werknemer

De rechtbank maakt korte metten met het verweer van de werknemer. Volgens de rechtbank is het schriftelijkheidsvereiste zoals dat is opgenomen in artikel 653 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bedoeld om ervoor te zorgen dat een werknemer de gevolgen van een concurrentiebeding goed overweegt voordat hij met een dergelijk bezwarend beding akkoord gaat.

Berichten per e-mail ook rechtsgeldig

Volgens de rechter kan het versturen van een e-mail gelijk worden gesteld met het verzenden en ontvangen van een reguliere brief. Zou de werkgever de arbeidsovereenkomst (inclusief het concurrentiebeding) per gewone post aan de werknemer hebben verzonden en zou hij vervolgens per kerende brief zijn akkoord gegeven hebben, dan zou het concurrentiebeding ook rechtsgeldig overeengekomen zijn. Het feit dat deze verwikkelingen nu per e-mail hebben plaatsgevonden maakt de rechtsgeldigheid van het concurrentiebeding niet anders.

De rechter bepaalt dan ook dat de werknemer tot januari 2012 geen werkzaamheden voor de derde partij mag verrichten op straffe van een dwangsom van 2.500 euro per dag met een maximum van 50.000 euro.

 

Terug naar boven