fbpx
Ga naar content

Niet opgenomen vakantiedagen komen binnen zes maanden te vervallen

Vanaf 1 januari 2012 moet elke werknemer zijn wettelijke vakantiedagen binnen zes maanden na het jaar waarin deze dagen zijn opgebouwd opnemen. De werknemer die dit niet doet raakt deze dagen kwijt.
Dit is kort samengevat de strekking van een wetsvoorstel dat onlangs is aangenomen door de Eerste Kamer.

De overheid wil daarmee bevorderen dat werknemers ook daadwerkelijk regelmatig vakantie opnemen in plaats van het soms jarenlang opsparen van vakantiedagen. Het voortdurend uitstellen van vakantie zou namelijk de gezondheid en veiligheid van werknemers in gevaar brengen.

Uitzondering voor werknemers die vakantiedagen niet kunnen opnemen

Op zich lijkt dit een nobel streven, maar in de praktijk komt het ook voor dat sommige werknemers vanwege hoge werkdruk simpelweg niet in staat gesteld worden om al hun vakantiedagen op te maken. De regeling maakt voor deze werknemers een uitzondering.

Voor alle duidelijkheid: het gaat bij de vervaltermijn van zes maanden alleen om de zogenaamde wettelijke vakantiedagen. Dit is het minimum aantal vakantiedagen waarop elke werknemer volgens de wet recht heeft. Dit minimum is gelijk aan viermaal de arbeidsduur per week. Een werknemer die fulltime werkt heeft dus recht op 4 x 5 = 20 wettelijke vakantiedagen op jaarbasis.

Verjaringstermijn voor bovenwettelijke vakantiedagen blijft vijf jaar

Veel werknemer hebben recht op meer vakantiedagen omdat dit in hun arbeidsovereenkomst of CAO afgesproken is. Dit surplus aan vakantiedagen noemt men ook wel bovenwettelijke vakantiedagen. Voor deze bovenwettelijke vakantiedagen blijft de vervaltermijn vijf jaar.

Een voorbeeld.

Rogier werkt fulltime bij een accountantskantoor en heeft op grond van zijn arbeidsovereenkomst recht op 24 vakantiedagen per jaar. Dit zijn dus 20 wettelijke vakantiedagen en 4 bovenwettelijke vakantiedagen.
Op 1 januari 2012 bedraagt het vakantiedagensaldo van Rogier nihil. In de loop van 2012 zal hij 2 vakantiedagen per jaar opbouwen. Volgens de nieuwe wettelijke regeling is het de bedoeling dat Rogier in de periode van 1 januari 2012 tot 1 juli 2013 zijn saldo aan in 2012 opgebouwde wettelijke dagen (20) opneemt.

Rogier neemt in die periode echter maar 16 vakantiedagen op. De 4 resterende in 2012 opgebouwde wettelijke vakantiedagen komen per 1 juli 2013 te vervallen. De 5 bovenwettelijke vakantiedagen verjaren pas per 1 januari 2018.

Volledige opbouw vakantiedagen bij langdurige arbeidsongeschiktheid

De nieuwe wettelijke regeling zorgt er ook voor dat werknemers die langdurig arbeidsongeschikt zijn vanaf 1 januari 2012 recht hebben op volledige opbouw van hun vakantiedagen. Tot nu toe gold hier de regel dat een langdurige arbeidsongeschikte werknemer alleen over de laatste zes maanden van zijn arbeidsongeschiktheid vakantiedagen opbouwt.

Een voorbeeld.

Lisa heeft op basis van haar arbeidsovereenkomst recht op 24 vakantiedagen per jaar. Zij bouwt dus twee vakantiedagen per maand op. Vanaf 1 januari 2011 tot 1 november 2011 (tien maanden) is Lisa echter volledig arbeidsongeschikt. Op basis van de huidige wettelijke regeling bouwt zij gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid alleen over de laatste zes maanden vakantiedagen op. Het gaat dan dus om 6 x 2 = 12 vakantiedagen.

Zou Lisa pas op 1 januari 2012 arbeidsongeschikt geworden zijn, dan bouwt zij tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid gewoon 10 x 2 = 20 vakantiedagen op.

Dit artikel is geschreven door de redactie van Judex.nl. Uw vragen of reactie zijn welkom op info@judex.nl

Terug naar boven