fbpx
Ga naar content

Werknemer moet Audi A5 inruilen voor oude Volkswagen Passat

Een succesvolle verkoper raakt in een arbeidsconflict met zijn werkgever en wordt gedwongen om zijn luxe Audi A5 in te ruilen voor een Volkswagen Passat uit 1999 met een kilometerstand van ruim 230.000. De kantonrechter in Enschede vindt dat beide partijen de nodige verwijten te maken zijn, maar oordeelt desondanks dat een ontslagvergoeding op basis van een correctiefactor van 1,5 op zijn plaats is.

De werknemer in kwestie (39 jaar, 15 jaar in dienst) is een voormalig topverkoper en ontvangt in 2008 een forse salarisverhoging. Iets eerder werd hem door zijn werkgever vanwege de goede verkoopresultaten al een zeer luxe Audi A5 ter beschikking gesteld.

Werkgever kondigt kostenbesparende maatregelen aan

In 2009 en 2010 valt de werknemer enkele keren uit vanwege bij hem geconstateerde kanker. Begin 2011 ontvangt de werknemer een brief van zijn werkgever waarin staat dat er vanwege de economische tegenspoed maatregelen genomen moeten worden om de kosten te drukken.

Zo moet de werknemer zijn luxe auto inruilen voor een tweedehands en veel soberder exemplaar. Ook wordt zijn salaris tijdens de arbeidsongeschiktheid van de werknemer teruggebracht tot 70% van het maximum dagloon. Verder worden de tijdens zijn ziekte ten onrechte betaalde onkostenvergoedingen teruggevorderd.

Werknemer handelt in strijd met verbod op nevenwerkzaamheden

De werkgever neemt het de werknemer op zijn beurt kwalijk dat hij zich als eenmanszaak heeft ingeschreven in de Kamer van Koophandel en met de verkoop van sauna’s in strijd handelt met het verbod op nevenwerkzaamheden uit de arbeidsovereenkomst. Volgens de werkgever zouden deze nevenactiviteiten er debet aan zijn dat de verkoopresultaten van de werknemer in 2009 en 2010 aanmerking lager uitvielen dan de jaren ervoor.

De kantonrechter in Enschede stelt vast dat de werknemer inderdaad in strijd met het verbod op nevenwerkzaamheden gehandeld heeft. Aan de andere kant blijkt het hier te gaan om marginale activiteiten en is deze omstandigheid volgens de rechter onvoldoende reden om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

Wel concludeert de rechter dat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. Om die reden besluit de rechter het arbeidscontract te ontbinden ondanks het feit dat de werknemer nog steeds arbeidsongeschikt is.

Er is echter sprake van een klein bedrijf (ca. 11 medewerkers) en de relatie is dusdanig verstoord dat van een zinvolle voortzetting van de arbeidsovereenkomst geen sprake meer kan zijn. De rechter vindt ook dat de werkgever met de door hem aangekondigde ‘bezuinigingsmaatregelen’ bepaald niet chique gehandeld heeft.

De werkgever wordt dan ook veroordeeld om de werknemer een ontslagvergoeding te betalen van bijna 90.000 euro bruto. Dit komt overeen met een correctiefactor van 1,5.

 

Terug naar boven