fbpx
Ga naar content

Werknemer schendt geheimhoudingsbeding: 25.000 euro boete

De kans dat u in uw arbeidsovereenkomst een geheimhoudingsbeding heeft staan, is groot. Vaak wordt een dergelijk beding aangevuld met een zogenaamd boetebeding. Bij schending van de geheimhouding zou u uw werkgever een forse boete moeten betalen.

Veel werknemers denken ten onrechte dat het met een dergelijke bepaling wel los zal lopen. Een rechter zal mij toch niet veroordelen tot het betalen van soms tienduizenden euro’s aan mijn werkgever? Dat dacht wellicht ook de werknemer die onlangs door het gerechtshof in Leeuwarden veroordeeld werd tot het betalen van een totale boetesom van maar liefst 25.000 euro.

De werknemer in kwestie, laten we hem S. noemen, was met zijn werkgever in een juridische procedure verwikkeld waarbij de vraag centraal stond of S. zijn geheimhoudingsbeding geschonden had en zo ja, of S. op grond hiervan boetesommen verschuldigd was. S. zou een aantal e-mails met bedrijfsgevoelige informatie verzonden hebben.

Boetebeding

De discussie spitste zich uiteindelijk toe op het zogenaamde boetebeding. Een boetebeding is een bepaling die vaak gekoppeld is aan een geheimhoudings-, concurrentie- of relatiebeding en bepaalt dat de werknemer een vaak forse boete verschuldigd is als hij het geheimhoudings-, relatie,- of concurrentiebeding overtreedt.

Volgens de wettelijke regeling rondom een boetebeding, mag een boete in principe niet aan de werkgever zelf toekomen. De boete moet gestort worden in een fonds voor een goed doel. Maar volgens dezelfde wettelijke regeling mag de werkgever voor werknemers die meer verdienen dan het minimumloon afwijken van deze hoofdregel. Met andere woorden: de boete mag ook in de bedrijfskas van de werkgever vloeien.

Kantonrechter geeft werknemer gelijk

Volgens S. en de kantonrechter die in eerste aanleg over de zaak moest oordelen, had de werkgever in het boetebeding expliciet moeten vermelden wat de bestemming was van de boete of had de werkgever expliciet moeten aangeven dat een beroep gedaan werd op de afwijkingsmogelijkheid zodat de boete aan de werkgever zelf kon toekomen. Nu dit niet gebeurd was, zo oordeelde de kantonrechter, was het boetebeding nietig.

Het leek erop dat S. opgelucht adem kon halen.

De werkgever liet het er echter niet bij zitten en tekende hoger beroep aan bij het gerechtshof in Leeuwarden. Deze rechter kwam tot een ander oordeel. Volgens deze rechter was het boetebeding gewoon geldig. Omdat het beding schriftelijk was overeengekomen met een werknemer die meer verdiende dan het minimumloon, was het niet nodig om nog eens expliciet te vermelden dat de boete aan de werkgever zou toekomen.

Het gerechtshof veroordeelde S. tot het betalen van een bedrag van 25.000 euro aan boetesommen wegens het schenden van het geheimhoudingsbeding.

Wouter van Gelderen is arbeidsrechtadvocaat bij Van Gelderen Advocaten. Hij is gespecialiseerd in ontslag, arbeidsrecht en arbeidsvoorwaarden. Uw reactie is welkom op w.vangelderen@vangelderen.nl

Terug naar boven