fbpx
Ga naar content

Hoe kom ik van mijn concurrentiebeding af?

Als u hebt vastgesteld dat uw concurrentiebeding in principe geldig is, zijn er grofweg twee manieren om van een concurrentiebeding af te komen. U kunt proberen om in overleg met uw werkgever tot overeenstemming te komen over het laten vervallen van uw concurrentiebeding. Als dit niet lukt, kunt u een rechter verzoeken om het beding te vernietigen of te beperken.

Overleg met uw werkgever over vervallen van uw concurrentiebeding

Het komt regelmatig voor dat werkgever en werknemer gezamenlijk afspreken dat een concurrentiebeding komt te vervallen. In de situatie waarbij bijvoorbeeld onderhandeld wordt over een beëindiging van het dienstverband op verzoek van de werkgever, kan de werknemer vaak eisen dat het concurrentiebeding komt te vervallen. De werkgever wil immers van de werknemer af, dus dan is het vaak niet redelijk dat de werknemer vervolgens ook nog eens beperkt wordt in zijn vrije arbeidskeuze.

Dit wordt natuurlijk anders als u zelf wilt vertrekken omdat u bijvoorbeeld elders een (veel) betere baan kunt accepteren. De werkgever zal dan niet snel bereid zijn om afstand te doen van het dienstverband. Maar mogelijk is uw werkgever wel bereid om uw concurrentiebeding om te zetten in een relatiebeding.

Dit komt erop neer dat u wel bij een concurrerende onderneming mag werken, maar dat u geen contact meer mag hebben met relaties van uw oude werkgever. Een andere oplossing zou een afkoopsom kunnen zijn, te betalen door u of uw nieuwe werkgever. In ruil voor deze betaling dient uw oude werkgever dan af te zien van een beroep op het concurrentiebeding.

In het algemeen is het verstandig om met uw werkgever in overleg te treden voordat u uw dienstverband hebt opgezegd. De werkgever zal zich dan namelijk realiseren dat als hij het concurrentiebeding niet versoepelt of laat vervallen, hij mogelijk nog maandenlang een niet gemotiveerde werknemer in dienst moet houden.

Concurrentiebeding via de rechter aanvechten

Komt u er met uw werkgever niet uit, dan kunt u overwegen om de rechter in te schakelen. Ook uw werkgever kan besluiten een procedure te starten als hij vindt dat u een geldend concurrentiebeding overtreedt.

Meestal wordt er bij een discussie over de werking van een concurrentiebeding gekozen voor een kort geding procedure. Dit is een spoedprocedure waarbij de rechter een voorlopig oordeel geeft over de geldigheid van een concurrentiebeding. In de praktijk leggen partijen zich vaak definitief neer bij een dergelijk voorlopig oordeel.

De rechter zal in deze procedure de belangen van de werkgever en de werknemer moeten afwegen. Een aantal argumenten die voor een rechter van belang zijn bij zijn eindoordeel:

Werknemersargumenten:

  • Ik ben door mijn werkgever ontslagen en word dus gedwongen een andere baan te zoeken.
  • Ik ben slechts kort in dienst (voor bepaalde tijd) en heb dus nauwelijks kennis en ervaring opgedaan waar een concurrent zijn voordeel mee zou kunnen doen.
  • Ik kan bij een andere werkgever een aanzienlijke positieverbetering realiseren en mijn carrièremogelijkheden bij mijn huidige werkgever zijn beperkt.

 

Werkgeversargumenten:

  • De arbeidsovereenkomst is beëindigd omdat de werknemer zelf weg wilde.
  • De werknemer heeft binnen mijn onderneming een sleutelrol vervult of een functie uitgeoefend waardoor hij veel specifieke kennis over de onderneming en de bedrijfsvoering heeft opgedaan.
  • Ik heb als werkgever in deze werknemer geïnvesteerd door middel van opleidingen en trainingen.
  • De werknemer is lang bij mij in dienst en heeft dus veel waardevolle kennis en ervaring opgedaan.
  • Het concurrentiebeding is onlangs opnieuw bekrachtigd en de werknemer wist dus heel goed waarmee hij akkoord ging.

Ook interessant voor u:

Op zoek naar een mediator?

We hebben een handige vergelijker ontwikkeld die gebruikt kan worden om een geschikte mediator te vinden voor o.a. hulp bij scheiding.

Vind uw mediator
Terug naar boven