fbpx
Ga naar content

Geen recht op WW bij tussentijdse opzegging van een tijdelijk arbeidscontract?

Als u in vaste dienst bent en uw werkgever wil uw arbeidscontract beëindigen, dan heeft u in principe recht op een WW-uitkering, ook als u met dit ontslag instemt. Belangrijk is alleen dat het initiatief van uw werkgever is uitgegaan en dat u niet vanwege een dringende reden bent ontslagen.

Ook moet uw werkgever de geldende opzegtermijn in acht nemen. Gebeurt dit laatste niet, dan gaat uw WW-uitkering pas een of enkele maanden na uw ontslagdatum in.

Tijdelijk arbeidscontract

Maar stel nu dat u een tijdelijk arbeidscontract hebt voor de duur van bijvoorbeeld een jaar. Mag de werkgever de arbeidsovereenkomst dan tussentijds opzeggen? Een tussentijdse opzegmogelijkheid moet contractueel zijn overeengekomen. Is dat niet het geval dan mag het contract niet tussentijds worden opgezegd en kunt u de werkgever aan het contract houden. Het contract eindigt dan pas als het van rechtswege verloopt.

In deze onrustige tijden zijn er werkgevers die vanwege slechte bedrijfsresultaten van hun werknemers met een tijdelijk contract afwillen, maar die hebben nagelaten een tussentijdse opzegmogelijkheid in de arbeidsovereenkomst op te nemen. Stel dat u dan met een beëindiging van uw arbeidscontract akkoord gaat, hoe zit het dan met uw recht op WW?

Het UWV zou zich op het standpunt kunnen stellen dat u uw werkgever maar aan de volledig contractsduur had moeten houden. Door niet tegen het ontslag te protesteren benadeelt u het UWV en zou het UWV u een WW-uitkering kunnen weigeren.

Harde lijn

Een aantal regiokantoren van het UWV waren inderdaad van mening dat een tussentijdse opzegging leidde tot schadeplichtigheid. De schade was gelijk aan het loon over de resterende contractsduur. Er bestond dus pas recht op een WW-uitkering per einde contractsduur. De gevolgen laten zich raden: werknemers die het tijdelijk zonder inkomen moesten doen.

Onlangs heeft het UWV in een zaak waarbij de werknemer akkoord was gegaan met ontslag, toch bepaald dat er ook recht op een WW-uitkering is bij een tussentijdse beëindiging van een tijdelijk contract zonder opzegmogelijkheid. Het UWV vond het niet eerlijk dat er een verschil in behandeling zou ontstaan tussen werknemers die wel en werknemers die geen tussentijdse opzegmogelijkheid in hun tijdelijke arbeidscontract hebben.

Maar ook in de situatie dat een tussentijdse opzegmogelijkheid in het arbeidscontract ontbreekt, moet het initiatief van de beëindiging wel van de werkgever zijn uitgegaan en moet er een opzegtermijn in acht zijn genomen. De duur van de opzegtermijn wordt vastgesteld aan de hand van een eventuele CAO of, bij gebreke daarvan, volgens de wettelijke regeling.

Let op

Wel is het volgende van belang. In deze zaak was het volstrekt duidelijk dat het ging om een beëindiging van de arbeidsovereenkomst vanwege zeer slechte bedrijfsresultaten. Er was gewoon geen werk voor de werknemer. Als het gaat om andere redenen voor tussentijdse opzegging dan is voorzichtigheid geboden. Er bestaat dan een grote kans dat het UWV de werknemer toch schadeplichtig acht. In alle gevallen is het daarom van belang om juridisch advies in te winnen alvorens in te stemmen met een door de werkgever gewenst ontslag.

Bernard de Leest is specialist op het gebied van de sociale zekerheid en als advocaat verbonden aan Zumpolle Advocaten. Uw reactie is welkom op deleest@zumpolleadvocaten.nl

Terug naar boven