Werkloosheidswet: Veelgestelde vragen
Als u met uw WW-uitkering onder het zogenaamde sociaal minimum komt, dan kunt u een toeslag aanvragen. Deze toeslag kunt u tegelijk met uw WW-uitkering aanvragen. U moet de toeslag binnen 6 weken aanvragen na de toekenning van de WW-uitkering.
Als u al een tijd een WW-uitkering ontvangt, maar er verandert iets in uw situatie waardoor uw gezinsinkomen lager wordt, bijvoorbeeld door een echtscheiding, ook dan kunt u een toeslag aanvragen.
Nee, als het initiatief van uw werkgever uitgaat komt u in aanmerking voor een WW-uitkering. Dit geldt niet als u op staande voet ontslagen wordt.
Ja, als u bijvoorbeeld 36 uur per week werkte en u wilt nog maar 20 uur per week werken, dan stelt u zich voor deze 20 uur beschikbaar. Het gevolg is dat u maar een gedeeltelijke (20/36) uitkering ontvangt.
U mag alleen ontslag nemen als u daarvoor hele goede redenen hebt. Het UWV zal dit niet snel aannemen en de kans is dus ook groot dat u geen WW-uitkering krijgt. Neem dus zelf geen ontslag voordat u juridisch advies hebt ingewonnen.
Het UWV moet altijd kijken of er geen verzachtende omstandigheden zijn. Deze verzachtende omstandigheden kunnen te maken hebben met het werk of met de privé situatie. Ook moet het UWV kijken of u had kunnen voorzien dat uw gedrag tot ontslag zou leiden.
Als er verzachtende omstandigheden zijn, kan het UWV besluiten de uitkering voor de duur van een half jaar met de helft te verlagen. Verzachtende omstandigheden worden niet snel aangenomen.
De WW-uitkering wordt elke vier weken aan u uitbetaald. Ook heeft u recht op 8% vakantietoeslag. Deze vakantietoeslag wordt in de maand mei aan u uitbetaald.
De maximale WW-uitkering bedraagt (vanaf maand drie) ongeveer 2.540 euro bruto per vier weken (exclusief vakantiegeld). Als u per maand een salaris verdient van ca. 3.950 euro bruto (exclusief vakantiegeld) of meer, zal uw WW-uitkering nooit hoger zijn dan dit maximum uitkeringsniveau.
Op uw eerste werkloosheidsdag. Dat is in veel gevallen pas aan het einde van de opzegtermijn. Als uw werkgever geen opzegtermijn in acht genomen heeft (bijvoorbeeld omdat de kantonrechter uw arbeidsovereenkomst ontbonden heeft), dan houdt het UWV wel rekening met de periode die normaal gesproken als opzegtermijn in acht genomen zou moeten worden, de zogenaamde fictieve opzegtermijn. Dit betekent dan dat uw WW-uitkering een tot enkele maanden later ingaat.
Als u ziek bent wanneer uw opzegtermijn afloopt of als u direct daarna ziek wordt, begint uw WW-uitkering als u weer beter bent. In de tussentijd krijgt u een Ziektewetuitkering van het UWV. Heeft u al een WW-uitkering aangevraagd, geef dan aan het UWV door dat u ziek bent.
Als u uw baan bent kwijtgeraakt, dan krijgt u vaak te maken met het UWV en soms ook de gemeente. Om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering dient u zich bij het UWV in te schrijven als werkzoekende. Dat kan al drie maanden voordat u ontslagen wordt.
Het UWV kan u enige hulp bieden bij het zoeken van een nieuwe baan. Het UWV beslist uiteindelijk of u recht heeft op een WW-uitkering. Het UWV is ook de instantie die deze uitkering aan u uitbetaalt. Als u geen WW-uitkering krijgt of als uw WW-uitkering eindigt, komt u mogelijk in aanmerking voor een bijstandsuitkering of als u 50 jaar of ouder was op uw eerste werkloosheidsdag voor een IOAW-uitkering. Ook deze uitkering kunt u aanvragen bij het UWV.