WIA: Veelgestelde vragen
De IVA-uitkering eindigt:
- Als u niet meer volledig en/of duurzaam arbeidsongeschiktheid bent
- Op de eerste dag waarin u 65 jaar wordt
- Als u langer dan drie maanden verblijft in een land waarmee Nederland geen verdrag heeft gesloten over het uitbetalen van uitkeringen
- Als u gedetineerd wordt
Als u niet meer volledig arbeidsongeschikt bent, stopt uw IVA-uitkering meestal na een uitlooptermijn van een paar maanden. Mogelijk komt u nog wel in aanmerking voor een WGA-uitkering als u nog steeds voor meer dan 35% arbeidsongeschikt bent. U kunt dan in aanmerking komen voor een loongerelateerde uitkering, een loonaanvullingsuitkering of een vervolguitkering.
Als u minder dan 35% arbeidsongeschikt bent, dan stopt de WIA-uitkering na een uitloopperiode van twee maanden. Afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden komt u dan in aanmerking voor een WW-uitkering of een bijstandsuitkering.
De hoogte van de IVA-uitkering bedraagt 75% van uw laatstverdiende salaris. Het inkomen boven het maximumdagloon wordt niet meegenomen voor de berekening van de IVA-uitkering. Wanneer u ernstig hulpbehoevend bent, kunt u een uitkering van 85% of 100% aanvragen.
Een WGA-uitkering is een uitkering voor volledig en niet-duurzame arbeidsongeschikte werknemers en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers. De WGA kent 3 soorten uitkeringen: de loongerelateerde WGA-uitkering, de WGA-loonaanvullingsuitkering en de WGA-vervolguitkering.
WGA staat voor Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. U komt in aanmerking voor een loongerelateerde WGA-uitkering wanneer u na de wachttijd van 104 weken 65% of minder van uw laatstverdiende loon kunt verdienen, maar niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt bent. Bovendien moet in u 36 weken voor uw eerste ziektedag in 26 weken hebben gewerkt (wekeneis)
Om in aanmerking te komen voor een loongerelateerde WGA-uitkering moet u voldoen aan de wekeneis. U moet in de 36 weken voor uw eerste ziektedag in minimaal 26 weken hebben gewerkt. Hierbij tellen alle weken, waarin u minimaal één uur heeft gewerkt, mee.
Dat geldt ook voor betaalde vakanties en bijzonder verlof. De periode van 36 weken wordt verlengd met periodes van ziekte/onbetaald verlof. Voor sommige sectoren geldt een verkorte wekeneis.
De hoogte van uw loongerelateerde WGA-uitkering bedraagt 75% van het WIA-maandloon, gedurende de eerste 2 maanden en 70% van het WIA-maandloon daarna.
Het WIA- maandloon wordt berekend aan de hand van het gemiddelde dagloon in het jaar voorafgaande van uw arbeidsongeschiktheid. Het maandloon is 21,75 x het (gemaximeerde) dagloon.
De loongerelateerde WGA-uitkering is daar dan 75% of 70% van. U bouwt 8% vakantietoeslag op. Deze vakantietoeslag wordt in mei uitgekeerd.
Wanneer u in het refertejaar (het jaar voordat u ziek werk) per dag meer verdiende dan dit maximum, ontvangt u over het meerdere geen uitkering. U kunt hiervoor eventueel wel een aanvullende verzekering afsluiten.
Na 104 weken arbeidsongeschiktheid komt u mogelijk in aanmerking een WIA-uitkering. Dit wordt door het UWV beoordeeld. De beoordeling vindt plaats, nadat u een aanvraag WIA heeft gedaan.
U bent volgens de WIA arbeidsongeschikt wanneer u als gevolg van een ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling minder dan 65% kan verdienen dan u verdiende voordat u arbeidsongeschikt werd.
Door het UWV wordt het loon dat wat u na 104 weken nog kan verdienen vergeleken met het loon dat u verdiende voordat u ziek werd.
Het UWV stel aan de hand van een keuring vast wat de mate van arbeidsongeschiktheid is. Allereerst heeft u een gesprek met een verzekeringsarts. Deze stelt uw beperkingen vast. Daarna heeft u een gesprek met een arbeidsdeskundige. Deze bekijkt wat u nog kunt verdienen met uw beperkingen.
Het verschil tussen uw oude loon en het loon wat u in theorie nog kunt verdienen bepaalt de mate van arbeidsongeschiktheid.


