Algemene Ouderdomswet: Veelgestelde vragen
Allereerst uw partner. Is die er niet dan uw minderjarige kinderen. Zijn die er niet dan gaat de uitkering naar degene met wie u samenwoonde en voor wie u meer dan de helft in het levensonderhoud voorzag.
Ja, dat heeft tot gevolg dat uw AOW-pensioen voor alleenstaande wordt verlaagd naar dat voor een gehuwde. Uw pensioen daalt dan van 70% van het minimumloon naar 50% van het minimumloon.
Nee, maar dan moet u wel echt een LAT-relatie hebben. Als u meer dan de helft van de tijd bij elkaar bent, dan woont u samen. Het maakt dan niet uit dat u beiden een eigen woning aanhoudt.
Als het SVB uw situatie als een gezamenlijke huishouding aanmerkt, heeft u slechts recht op een lager AOW-pensioen. Bij twijfel is het daarom verstandig om contact op te nemen met een advocaat of jurist.
Als u met een andere meerderjarige uw hoofdverblijf hebt in dezelfde woning en ook voor elkaar zorgt. Dat kan financieel, bijvoorbeeld door een en/of rekening, verzekeringen op beider naam, maar bijvoorbeeld ook door voor elkaar boodschappen te doen, te koken enz.
De aard van uw relatie doet er niet toe. Twee goede vrienden/vriendinnen kunnen dus ook als samenwonend worden gezien.
Als u samen met een kind of ouder in een woning woont.
Dat mag wel, maar beter kunt u om een schriftelijke bevestiging vragen. Mondelinge mededelingen zijn later eventueel lastig om te bewijzen.