Bezwaar & beroep: Veelgestelde vragen
Het indienen van een verzoek voor een voorlopige voorziening is niet aan een termijn gebonden. Dat betekent dat een verzoek ook na verloop van de bezwaar- en beroeps- en hoger beroepstermijn gedaan kan worden. Ook betekent dit dat na een afwijzing een nieuw verzoek ingediend kan worden. Dit heeft echter alleen zin, wanneer er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden.
U bent niet verplicht om een advocaat in te schakelen bij het vragen van een voorlopige voorziening. In de praktijk is dit wel sterk aan te raden. Een advocaat of gespecialiseerde jurist kan uw kansen op succes aanmerkelijk vergroten.
U hoeft u niet bij te laten staan door een advocaat of een andere deskundige. U mag zelf (voorlopig) bezwaar aantekenen. Toch is het vaak raadzaam een advocaat of een andere professioneel rechtshulpverlener in te schakelen. Een professional weet meestal beter welke argumenten tot een succesvol bezwaar kunnen leiden.
Bij de rechtbank betaalt u 41 euro aan griffierechten (administratiekosten). Bij de Centrale Raad van Beroep zijn deze kosten 110 euro. Als u een advocaat of andere professionele rechtshulpverlener inschakelt, moet u deze professional natuurlijk ook betalen.
De uitkeringsinstantie vergoedt echter alleen uw proceskosten, wanneer u deze gemaakt heeft door inschakeling van een professioneel rechtshulpverlener. Deze vergoeding van proceskosten wordt overigens vastgesteld volgens een puntensysteem. Dat wil zeggen dat deze vergoeding meestal niet uw werkelijk gemaakte proceskosten dekt.
U kunt daarnaast om vergoeding van schade vragen, bijvoorbeeld de wettelijke rente over de te laat betaalde uitkering.
Wanneer de rechter u (gedeeltelijk) in het gelijk stelt, kan de uitkeringsinstantie veroordeeld worden in betaling van de kosten van het geding. U moet de rechtbank hier wel om verzocht hebben voordat de uitspraak is gedaan.
De hoogte van de proceskostenveroordeling wordt vastgesteld aan de hand van vaste richtlijnen. U moet er in de praktijk rekening mee houden dat u in het gunstigste geval slechts een gedeelte van de werkelijk gemaakt (advocaat)kosten vergoed krijgt.
Als u het niet (helemaal) eens bent met de beslissing die de uitkeringsinstantie naar aanleiding van uw bezwaarschrift genomen heeft (de zogenaamde beslissing op bezwaar), kunt u binnen 6 weken na dagtekening van de beslissing op bezwaar beroep aantekenen bij de rechtbank.
Op een verzoek om een voorlopige voorziening wordt snel beslist, meestal binnen enkele weken, maar bij grote spoed ook wel binnen enkele dagen of uren.
U tekent beroep aan door middel van een beroepschrift gericht aan (de sector bestuursrecht) van de rechtbank. In feite is het beroepschrift een brief waarin u aangeeft waarom u het niet eens bent met de beslissing van de uitkeringsinstantie. U kunt uw beroepschrift het beste per aangetekende post versturen.
Wanneer u het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank in beroep, kunt u hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht. Ook de uitkeringsinstantie kan hoger beroep instellen.