Bijstandswet: Veelgestelde vragen
Meestal heeft een meerderjarig kind een eigen inkomen. Hij of zij gaat naar school of volgt een opleiding en heeft recht op studiefinanciering, óf werkt en een eigen inkomen. Uw uitkering wordt dan gekort (meestal met 10%) omdat u de woonkosten met uw kind kunt delen.
Als uw kind alleen studiefinanciering ontvangt is dat overigens niet het geval. Dan mag de gemeente u niet korten.
Als u te weinig inkomsten of vermogen hebt om van te leven, kunt u een bijstandsuitkering aanvragen bij uw gemeente. U komt in aanmerking voor een bijstandsuitkering als u niet in staat bent om betaald werk te vinden en genoeg te verdienen.
Om recht te kunnen hebben op een bijstandsuitkering moet u:
- Nederlander zijn en in Nederland wonen, of
- een geldige verblijfsvergunning hebben; of
- uit een EU-land, EER-land of Zwitserland komen om hier te werken
Een bijstandsuitkering vraagt u aan bij het UWV Werkbedrijf in de gemeente of regio waar u woont. Als uw aanvraag compleet is, stuurt het UWV Werkbedrijf de aanvraag door naar de gemeente.
In sommige gevallen kunt u direct bijstand bij de gemeente aanvragen. Informeer hiernaar bij uw gemeente.
De bijstand kent een groot aantal verplichtingen. U moet informatie geven over al uw inkomsten, uw vermogen en uw leefsituatie. Doen er zich wijzigingen voor, dan moet u die informatie zo snel mogelijk aan de gemeente doorgeven. Daarnaast moet u er alles aan doen om weer aan het werk te komen.
Wanneer u de verplichtingen niet nakomt heeft dan kan dat gevolgen voor uw uitkering hebben. Uw uitkering kan tijdelijk worden verlaagd. Of als u ten onrechte uitkering hebt ontvangen kan de teveel ontvangen uitkering van u worden teruggevorderd.
Als u een uitkering hebt aangevraagd heeft u recht op een voorschot zolang de gemeente nog niet op uw bijstandsaanvraag heeft beslist.
Dit voorschot hoeft u niet speciaal aan te vragen, u krijgt het automatisch eens per vier weken. Krijgt u het niet, dien dan onmiddellijk een klacht in. U hebt een wettelijk recht op een voorschot.