fbpx
Ga naar content

Hoe vraag ik een bijstandsuitkering aan? Deel I

U moet uw bijstandsuitkering aanvragen bij het UWV Werkbedrijf die uw aanvraag vervolgens zal doorsturen naar de gemeente. De gemeente neemt dan binnen acht weken een beslissing op uw aanvraag.

Bent u gehuwd of samenwonend dan moet u de aanvraag samen indienen. Beide partners moeten de aanvraag dan ondertekenen. Als u inwonende meerderjarige kinderen heeft, dan moeten ook zij het aanvraagformulier invullen en samen met u ondertekenen.

Kunt u of een van de gezinsleden de aanvraag niet indienen? Dan kunt u iemand schriftelijk machtigen die de aanvraag namens u indient. U of het gezinslid dat de aanvraag niet kan indienen is nog wel verplicht om te verschijnen als u daarvoor wordt opgeroepen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de gemeente wil beoordelen of u wel of niet in staat bent om deel te nemen aan een re-integratietraject.

Aanvragen bijzondere bijstand

Het aanvragen van zogenaamde bijzondere bijstand moet u direct bij uw gemeente doen. Bijzondere bijstand is een uitkering waarmee u extra of hoge kosten kunt betalen. U kunt bijzondere bijstand aanvragen als u een inkomen hebt op het minimumniveau. U hoeft dus geen bijstandsuitkering te ontvangen om bijzondere bijstand te kunnen krijgen.

Buiten behandeling stelling van uw aanvraag

Als u een aanvraag indient voor een bijstandsuitkering moet u een groot aantal gegevens overleggen. Dat komt omdat in de bijstand niet alleen wordt gekeken naar uw inkomen, maar ook naar uw vermogen en met wie u samenleeft.

Bij de aanvraag krijgt u een lijst mee van gegevens die u moet aanleveren. Deze moet u meenemen bij de zogenaamde uitkeringsintake. Dit is een (eerste) gesprek met een medewerker van het UWV Werkbedrijf om uw uitkeringsaanvraag in gang te zetten.

Als u dan niet alle gevraagde gegevens bij u heeft, krijgt u een zogenaamde hersteltermijn. Binnen deze termijn moet u dan de gevraagde gegevens aanleveren. Doet u dat niet, dan wordt uw aanvraag buiten behandeling gesteld. Uw aanvraag wordt dan niet verder behandeld en u moet opnieuw een uitkering aanvragen. Over de tussenliggende periode krijgt u geen uitkering.

Een voorbeeld.

Rick vraagt op 30 januari een bijstandsuitkering aan. Hij moet onder andere de bankafschriften inleveren over de laatste 3 maanden voorafgaande aan de aanvraag. Bij zijn uitkeringsintake op 6 februari vertelt hij dat hij de bankafschriften niet meer heeft omdat hij deze heeft weggegooid. Hij moet nieuwe exemplaren opvragen bij zijn bank.

De gemeente geeft Rick daarvoor twee weken de tijd. Hij moet ze uiterlijk op 20 februari inleveren. Rick vergeet dat en levert de bankafschriften niet op tijd in. De gemeente stuurt hem op 24 februari een brief waarin de gemeente meedeelt dat zijn aanvraag buiten behandeling is gesteld.

Bezwaar maken heeft geen zin, ook al beschikt Rick nu wel de bankafschriften. Rick moet opnieuw een uitkering aanvragen. Rick dient de aanvraag in op 27 februari. Over de periode van 30 januari tot 27 februari heeft Rick geen recht op een bijstandsuitkering.

Rick had de gemeente beter uiterlijk 20 februari om uitstel moeten vragen. De gemeente had dit uitstel vrijwel zeker verleend. Als de gemeente dit niet gedaan had, zou Rick hiertegen bezwaar kunnen maken. Dit bezwaar heeft alleen kans van slagen als de gemeente een te korte termijn stelt, waarbinnen de gegevens moeten worden aangeleverd.

Het buiten behandeling stellen van een aanvraag heeft dus vergaande gevolgen. De gemeente mag een beslissing om uw aanvraag buiten behandeling te stellen alleen nemen binnen vier weken nadat de termijn die u gegeven was om bepaalde informatie aan te leveren, verstreken is. Als de gemeente zich niet aan deze termijn houdt, is een bezwaar zeker kansrijk.

Aanvragen met terugwerkende kracht

Bijstand wordt alleen in zeer uitzonderlijke gevallen met terugwerkende kracht verleend. Daarom is het van groot belang om tijdig een aanvraag in te dienen. Het is altijd beter om het zekere voor het onzekere te nemen en een aanvraag in te dienen.

Een voorbeeld.

Stefan wordt op 1 maart werkloos. Hij heeft nog onvoldoende arbeidsverleden om een WW-uitkering aan te vragen. Omdat Stefan denkt weer snel aan een baan te komen, vraagt hij geen bijstandsuitkering aan. Als Stefan vier weken later nog steeds werkloos is, besluit hij toch maar een aanvraag in te dienen.

Stefan krijgt dan niet met terugwerkende kracht vanaf 1 maart een bijstandsuitkering, alhoewel hij daar wel recht op had. De uitkering gaat pas in vanaf het moment van de aanvraag.

Voorbeelden van bijzondere omstandigheden zijn:

  • Door ziekte niet in staat zijn direct een aanvraag kunnen indienen. Dan moet u wel bewijzen dat u door ziekte geen uitkering kon aanvragen. Duurt de ziekte enkele weken, dan kan van u verlangd worden dat u iemand anders machtigt die voor u de aanvraag indient.
  • U hebt voorschotten van het UWV ontvangen voor bijvoorbeeld een WW-uitkering. Als dan blijkt dat u niet voor deze uitkering in aanmerking komt, dan kan met terugwerkende kracht een bijstandsuitkering worden verleend. Deze uitkering wordt dan verrekend met de voorschotten die u van het UWV hebt ontvangen;
  • U krijgt met een belastingsaanslag over een periode waarover u ook bijstand hebt ontvangen. De belastingaanslag is een gevolg van het niet inhouden van loonbelasting door de gemeente. Voor de belastingaanslag kunt u dan bijzondere bijstand aanvragen.

> Volgende pagina 

Ook interessant voor u:

Terug naar boven