fbpx
Ga naar content

Bijstandsuitkering en uw vermogen

Omdat de bijstandsuitkering bedoeld is voor mensen die niet (meer) in staat zijn om zelf in hun levensonderhoud te voorzien, wordt er door de gemeente ook streng gekeken naar eventueel vermogen dat u heeft. Als uw vermogen boven een bepaalde grens uitkomt, heeft u geen recht op bijstand.

Afhankelijk van uw leefsituatie mag u een beperkt vermogen hebben (het zogenaamde toegestane vermogen). Deze vermogensgrens is per 1 januari 2012 vastgesteld op:

leefsituatie maximaal toegestaan vermogen
U bent alleenstaand  5.685 euro
U bent alleenstaande ouder  11.370 euro
U bent gehuwd of   samenwonend  11.370 euro (samen)

Als uw vermogen boven deze grenzen uitstijgt, heeft u (nog) geen recht op een bijstandsuitkering.

Een voorbeeld.

Ferat is alleenstaand en werkloos en komt in de bijstand terecht. Hij heeft een bedrag van ruim 15.000 euro gespaard. Ferat heeft geen recht op bijstand. Hij zal van zijn spaargeld moeten leven tot hij aan een bedrag is gekomen van 5.685 euro. Pas dan kan hij een bijstandsuitkering aanvragen.

Nog een voorbeeld.

Ben en Wilma zijn gehuwd en ontvangen een bijstandsuitkering. Zij hebben samen een bedrag van 10.000 euro gespaard. Hun meerderjarige zoon Bart gaat scheiden en komt bij hen wonen. Bart heeft 7.000 euro aan spaargeld. Gedrieën hebben zij dus meer vermogen dan de toegestane norm van 11.370 euro. Dat heeft tot gevolg dat de bijstandsuitkering van Ben en Wilma stopt en zij op hun vermogen moeten interen totdat het bedrag van 11.370 euro is bereikt.

Wat is de definitie van vermogen?

Uw vermogen zijn uw bezittingen minus uw schulden. Enkele voorbeelden van bezittingen zijn:

  • contant geld
  • uw tegoed op uw bank/girorekening en spaarrekening
  • aandelen, obligaties of andere effecten
  • auto, motor, boot of caravan
  • andere waardevolle bezittingen zoals antiek, schilderijen enz.
  • afkoopwaarde van verzekeringen.

Schulden verminderen uw vermogen. De gemeente houdt bij het vaststellen van uw vermogen alleen maar rekening met:

  • schulden waarvan u het bestaan kunt bewijzen
  • schulden waarop u aflost of waarvan in ieder geval vast staat dat u ze zult gaan aflossen.

Om het bestaan van een schuld te bewijzen moet u zorgen voor een schuldbekentenis of akte van geldlening. Ook moet u kunnen bewijzen dat u geld ontvangen heeft en dat u aflossingen verricht. U kunt dit bijvoorbeeld bewijzen door bankafschriften aan de gemeente te tonen.

Als u op een andere manier betaalt, bijvoorbeeld door middel van kwitanties, dan moet u volstrekt duidelijk kunnen maken wanneer u precies betaald heeft, aan wie en hoeveel. U moet alle kwitanties bewaren. Doet u dit niet, dan loopt u het risico dat de gemeente deze schuld niet accepteert.

Hoe stelt de gemeente de hoogte van mijn vermogen vast?

Uw vermogen wordt vastgesteld door de waarden van uw bezittingen bij elkaar op te tellen en daarvan uw schulden af te trekken. Om te bepalen of u in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering wordt naar het vermogen van al uw gezinsleden gekeken, zelfs als uw partner bijvoorbeeld geen recht op bijstand heeft.

De gemeente stelt vast hoe groot uw vermogen is. Dit kan ook een negatief bedrag zijn. In de brief waarin de gemeente u bevestigt dat u in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering staat ook vermeld wat uw vermogen is.

Een voorbeeld.

Carla en Frans hebben vragen bijstand aan. Zij hebben diverse schulden. De gemeente stelt het vermogen vast op – 10.000 euro.

Een ander voorbeeld.

Peter vraagt bijstand aan. Hij heeft geen spaargeld maar wel een auto van 8 jaar oud. De waarde van de auto is volgens de ANWB 5.000 euro. De gemeente stelt het vermogen van Peter vast op 5.000 euro.

Gedurende de periode dat u een bijstandsuitkering ontvangt, zal de gemeente controleren of er wijzigingen in uw vermogen plaatsvinden. Als dat het geval is, moet opnieuw bepaald worden of u nog recht hebt op een bijstandsuitkering.

Een voorbeeld.

Stel dat Carla en Frans 9.000 euro winnen met een kraslot. Zij hadden een negatief vermogen van 10.000 euro. Door de prijs is hun vermogen nog steeds 1.000 euro negatief. De wijziging van het vermogen heeft in dit geval dus geen gevolgen voor de bijstandsverlening.

Als u het niet eens met de vaststelling van de hoogte van uw vermogen, dan moet een bezwaarschrift indienen.

Ook interessant voor u:

Terug naar boven